Inhoudsopgave
Advertenties
9 Storingen
9.1 Storingswijzer
Storingen
Compressor start niet.
Zwaar geluid van ventilator
Zwaar geluid van compressor
Waterpomp loopt niet of
abnormaal
Compressor start of stopt
regelmatig
Het apparaat verwarmt niet
terwijl de compressor draait
Slechte efficiëntie van warm
waterverwarming
9.2 Foutcodelijst
Storingen van de hele buitenunit:
Code-indica�e
F4
d6
Redenen
Probleem met stroomvoorziening
Aansluitdraad zit los.
Storing van moederbord.
Storing van de compressor.
Bevestigingsbout ventilator zit los.
Ventilatorblad raakt de rand of het
rooster. De werking van de
ventilator is onbetrouwbaar.
Vloeistof klontering vindt plaats
wanneer vloeibaar koudemiddel in
de compressor komt.
Interne onderdelen in compressor zijn
kapot.
Storing van de stroomaansluiting. Storing
van het relais.
Er zit lucht in de waterleiding.
Overmatige hoeveelheid of slecht
koudemiddel in het systeem.
Slechte circulatie van het
watersysteem. Lage belasting
Lekkage van koelmiddel.
Storing van de
compressor.
Slechte isolatie van het watersysteem.
Slechte warmte-uitwisseling van de
verdamper. Slecht koudemiddel van
het toestel.
Waterzijdige verstopping van de
warmtewisselaar.
Foutnaam
Sensor buitentemperatuur
fout
Fout
ontdooitemperatuursensor
Fasevolgorde is omgekeerd.
Uitschakelen en opnieuw repareren.
Vindt de oorzaak en repareer.
Vervang de compressor.
Bevestig de bevestigingsbout van de
ventilator opnieuw.
Ontdek de oorzaak en pas aan
Vervang de ventilator.
Controleer of de expansieklep defect is en of
de temperatuursensor los zit. en herstel
indien nodig
Vervang de compressor.
Vindt de oorzaak en repareer. Vervang
het relais
Ontlucht het systeem.
Tap koude middel af of vul bij.
Het watersysteem is verstopt of er zit
lucht in. Controleer waterpomp, klep en
watersysteem. Reinig het waterfilter of
ontlucht.
Pas de belasting aan of voeg extra afgifte
apparaten toe.
Repareer het lek en voeg koudemiddel toe.
Vervang de compressor.
Verbeter de isolatie-efficiëntie van het
systeem.
Controleer of de lucht stroom door het
toestel normaal is en reinig de
verdamper.
Controleer of er koudemiddel lekt.
Reinig of vervang de warmtewisselaar.
Bron van foutsignaal
① De stekker van de
temperatuursensor is niet
correct aangesloten op het
contact op het moederbord.
② De weerstand van
temperatuursensor
is niet correct.
① De stekker van de
temperatuursensor is niet
correct aangesloten op het
contact op het moederbord.
② De weerstand van
temperatuursensor
is niet correct.
Probleemoplossing
Beschrijving op het
besturingselement
Het wordt automa�sch gewist
nadat de storing verholpen is.
Het wordt automa�sch gewist
nadat de storing verholpen is.
Pg. 26
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
