Inhoud Inleiding....................................4 In deze handleiding gebruikte symbolen ........................4 Garantie ..................................4 Melden van storingen: ............................. 4 Disclaimer: ................................4 Veiligheidsinstructies ................................. 4 Installatie door gekwalificeerd personeel: ....................... 4 Service en inspectie: ..............................4 Werkingsprincipe Warmtepomp............................10 Technische gegevens ............................... 11 Tabel met gegevens ..............................
Pagina 3
Algemeen ................................20 6.1.1 Veilig gebruik van ontvlambaar koelmiddel ....................... 20 6.1.2 Onderhoudsinstructies koelmiddelcircuit ......................20 6.1.3 Lassen ................................. 20 6.1.4 Vullen van het koelmiddel ..........................20 6.1.5 Veiligheidsinstructies voor transport en opslag ....................20 Vullen en aftappen van koelmiddel ........................21 Lekdetectie ................................
1 Inleiding Deze handleiding is bedoeld voor de installateur van, elektrische en mechanische apparatuur. Dit document bevat instructies voor het gebruik en onderhoud van de Warmtepomp. Het is zeer belangrijk om de instructies in dit document te volgen voor een veilige installatie en werking van deze warmtepomp. Het is belangrijk om dit document te lezen voordat u begint met de installatie.
Pagina 5
WAARSCHUWING! Indien de voedingskabel beschadigd is, dient deze te worden vervangen door de fabrikant, een erkende serviceagent of een gekwalificeerd persoon om risico's te voorkomen. WAARSCHUWING! Het apparaat moet worden geïnstalleerd in overeenstemming met de nationale bedradingseisen. Dit product is een soort comfort-airconditioning en mag niet worden geïnstalleerd op plaatsen waar corrosieve, explosieve, ontvlambare stoffen of smog aanwezig zijn.
Pagina 6
Voor het schoonmaken, De voeding moet een speciale De gebruiker mag de Sluit de stroom toevoer af. groep met aardlekschakelaar zijn aanslui�ng van het en voldoende capaciteit hebben. netsnoer niet wijzigen zonder voorafgaande toestemming. Elektrische bedrading moet worden uitgevoerd door professionals.
Pagina 7
Let erop of de installa�estandaard De unit moet worden geïnstalleerd Als er geen water in het stevig genoeg is. op een plaats met goede ven�la�e systeem zit, zet de unit dan om energie te besparen. nooit aan. Als deze beschadigd is, kan dit leiden tot vallen van de unit en letsel bij mensen.
Pagina 8
Vóór installatie is het belangrijk om te controleren of het gebruikte vermogen overeenkomt met de specificaties vermeld op het typeplaatje en de veiligheid van de stroomvoorziening te waarborgen. De unit moet worden aangesloten op het elektriciteitsnet met behulp van een volledige ontkoppelingsinrichting onder overbelastingscategorie III. Voor gebruik is het raadzaam om te controleren of de bekabeling en waterleidingen correct zijn aangesloten om waterlekkage, elektrische schokken of brand te voorkomen.
Pagina 9
Koelleidingen of componenten zijn geïnstalleerd op een positie waar ze niet waarschijnlijk worden blootgesteld aan stoffen die de koelmiddelhoudende componenten kunnen corroderen, tenzij de componenten zijn vervaardigd van materialen die inherent bestand zijn tegen corrosie of op passende wijze beschermd zijn tegen corrosie. Reparatie en onderhoud aan elektrische componenten omvatten initiële veiligheidscontroles en inspectieprocedures van de componenten.
3 Werkingsprincipe Warmtepomp De lucht naar water warmtepomp is samengesteld uit een buitenunit, een interne ventilator warmtewisselaar en een intern expansievat. Functies: Koelen Verwarming Noodbedrijf Gedwongen bedrijfsmodus; Ontluchten van het watersysteem; 1 Koeling: In de koelmodus wordt het koelmiddel gecondenseerd in de buitenunit en verdampt in de warmtewisselaar. Via warmte-uitwisseling met water in de warmtewisselaar daalt de watertemperatuur en komt er warmte vrij, terwijl het koelmiddel warmte absorbeert en verdampt.
4.3 Temperatuur grenzen Het toestel heeft beperkingen m.b.t. het goed functioneren bij verschillende buitentemperaturen. Modus Buiten Temperatuur (°C) Water Temperatuur (°C) Verwarmen -25 - 35 20 - 65 Koelen -15 - 48 5 - 25 Invloed omgevingstemperatuur en maximale watertemperatuur: Opmerking: De omgevingstemperatuur en watertemperatuur is van invloed op de werking van het toestel.
5 Installatie van de Warmtepomp 5.1 Algemene aanwijzingen LET OP ! • De installatie van de unit moet voldoen aan nationale en lokale veiligheidsvoorschriften. • De kwaliteit van de installatie heeft direct invloed op de prestaties van de Warmtepomp. De installatie moet door professionals gedaan worden die bekend zijn met het installeren van een warmtepomp.
5.2.3 Gebruik van de rubberen doorvoeren Waterretour Watertoevoer Gebruik de lange rubberen doorvoeren voor het aansluiten van de bekabeling. Scheidt de voedingskabel van de stuurstroomkabel Bind de rubberen ringen vast na het afronden van de draadverbinding. 5.3 Waterzijdig aansluiten 5.3.1 Installatie schema A) Anti vorst klep (2x bij warmtepomp, niet meegeleverd) B) Automatische ontluchting (2x op inlaat EN uitlaat, niet meegeleverd) C) Drukmeter (niet meegeleverd)
C) Drukmeter: Om te zien of er voldoende waterdruk in het systeem is, monteer een drukmeter. (de druk kan niet digitaal uit de thermostaat uitgelezen worden) D) Expansie klep: De warmtepomp is zelf ook voorzien van een drukbeveiliging die opent als de waterdruk te hoog wordt.
5.3.8 Beschikbare externe statische druk op de uitlaat HPX06A HPX12A, HPX16A Opmerking: Zie bovenstaande curve voor de maximale externe statische druk. De waterpomp heeft een variabele frequentie. Tijdens bedrijf zal de waterpomp zijn vermogen aanpassen op basis van de werkelijke belasting. 5.3.9 Eisen aan waterkwaliteit Om problemen te voorkomen in het watercircuit moet het water aan de onderstaande kwaliteit voldoen.
5.4 Electrische aansluiting 5.4.1 Algemene principes • Kabels, snoeren, apparatuur en connectoren die op de loca�e worden gebruikt, moeten voldoen aan de geldende voorschri�en en technische eisen. • Alleen installateurs met de juiste kwalifica�es mogen de bedrading op de loca�e uitvoeren. •...
5.4.4 Toesteltype HPX06A, 1-Fase 230V aansluiting Klemmen XT3 Klemmen XT1 Klemmen XT4 Voeding 230V AC 5.4.5 Toesteltype HPX12A / HPX16A 3-Fase +N 400V aansluiting Klemmen XT3 Klemmen XT1 Voeding 3F+N, 400V AC 5.4.6 Aansluiten communicatie kabel In alle gevallen is de communicatie tussen de Warmtepomp en de luchtverwarmer en de thermostaat gebaseerd op een vierdraads laagspanningsverbinding.
Sluit de 4-aderige kabel aan op de klemmenstrook zoals hierboven aangegeven 5.4.7 Overige optionele aansluitingen Naast de voedingskabel een aansturingskabel heeft het toestel nog veel optionele aansluitingen. Deze zijn voor de toepassing met een (hybride) Luchtverwarmer niet nodig. Hieronder volgt een korte omschrijving van deze optionele aansluitingen: XT3: Niet van toepassing met een (hybride) luchtverwarmer XT4 &...
6 Werkzaamheden aan het Koudemiddelcircuit 6.1 Algemeen Normaliter hoeven er GEEN handelingen aan het koudemiddelcircuit uitgevoerd te worden tijdens installatie. Er is • voor installatie van de warmtepomp dan ook geen STEK verplichting. • Handelingen aan het koudemiddelcircuit mogen alleen door gecertificeerde personen verricht worden. 6.1.1 Veilig gebruik van ontvlambaar koelmiddel 6.1.1.1 Kwalificatievereisten voor installatie en onderhoud...
6.2 Vullen en aftappen van koelmiddel Het apparaat is vooraf gevuld met koelmiddel voordat het wordt geleverd. Een teveel of tekort aan koelmiddel kan ertoe leiden dat de compressor niet goed werkt of beschadigd raakt. Wanneer het nodig is om koelmiddel bij te vullen of af te tappen tijdens de installatie, onderhoud en andere redenen, volg dan de onderstaande stappen en de nominale hoeveelheid koelmiddel op het typeplaatje.
Lekdetec�evloeistoffen zijn geschikt voor de meeste koelmiddelen, maar het gebruik van middelen die chloor bevaten moet worden vermeden omdat het chloor met het koelmiddel kan reageren en het koperen leidingwerk kan aantasten. Als een lek wordt vermoed, moeten alle open vlammen worden verwijderd/gedoofd. Als er lekkage van koelmiddel wordt gevonden dat solderen vereist, moet al het koelmiddel uit het systeem worden teruggewonnen of geïsoleerd (door middel van afsluitkleppen) in een deel van het systeem dat ver verwijderd is van het lek.
7.2 Testcyclus: Voordat met het testen begonnen kan worden controleer het volgende: De werkschakelaar moet goed bereikbaar zijn. Zodat bij abnormaal bedrijf het toestel snel spanningsloos gemaakt kan worden. Dit kan schade aan het toestel op personen voorkomen. Voordat het toestel opgestart kan worden moet het toestel eerst 8 uur onder spanning staan. Dit is nodig om het systeem en de olie in de compressor voor te verwarmen.
8 Dagelijks gebruik en onderhoud: 8.1 Algemeen onderhoud Om schade aan het apparaat te voorkomen, zijn alle veiligheid onderdelen afgesteld en verzegeld. Pas deze niet aan, en verwijder deze niet. Bij de eerste opstart van het apparaat of een opstart na een lange periode van s�lstand (meer dan 1 dag) door de stroom af te snijden, dient u het apparaat vooraf onder spanning te zeten en gedurende minstens 8 uur voor te verwarmen.
Bovendien dient er een set gekalibreerde weegschalen beschikbaar te zijn en in goede staat te verkeren. Slangen dienen compleet te zijn met lekvrije ontkoppelkoppelingen en in goede staat te verkeren. Controleer voordat u de herstelmachine gebruikt of deze naar behoren werkt, goed is onderhouden en of eventuele bijbehorende elektrische componenten verzegeld zijn om ontsteking bij een koudemiddelontsnapping te voorkomen.
9 Storingen 9.1 Storingswijzer Storingen Redenen Probleemoplossing Probleem met stroomvoorziening Fasevolgorde is omgekeerd. Aansluitdraad zit los. Uitschakelen en opnieuw repareren. Compressor start niet. Vindt de oorzaak en repareer. Storing van moederbord. Storing van de compressor. Vervang de compressor. Bevestigingsbout ventilator zit los. Bevestig de bevestigingsbout van de ventilator opnieuw.
Pagina 27
Code-indica�e Foutnaam Bron van foutsignaal Beschrijving op het besturingselement ① De stekker van de temperatuursensor is niet Het wordt automa�sch gewist correct aangesloten op het Uitgaande temperatuursensor nadat de storing verholpen is. contact op het moederbord. Fout ② De weerstand van temperatuursensor is niet correct.
Pagina 28
Code-indica�e Foutnaam Bron van foutsignaal Beschrijving op het besturingselement ① De communica�ekabel van het apparaat is niet aangesloten. ② De communica�ekabel is niet goed. ③ communica�elijn van Communica�estoring (tussen het apparaat is niet Het wordt gewist zodra de buiten- en binnenunit). correct aangesloten.
Pagina 29
Code-indica�e Foutnaam Bron van foutsignaal Beschrijving op het besturingselement ① De stekker van de temperatuursensor is niet De eerste sanitairwatertank Het wordt automa�sch gewist correct aangesloten op het temperatuursensor fout nadat de storing verholpen is. contact op het moederbord. ② De weerstand van temperatuursensor is niet correct.
Pagina 30
Storingen van de inverter: Weergave op segment Weergave op bekabelde Func�e Andere display regelaar van het toestel Reset van het Reset van het aandrijfsysteem aandrijfsysteem Opstar�out van Opstar�out van Compressor Compressor Fasebescherming Fasebescherming stroombeveiliging stroombeveiliging compressor compressor Communica�efout Communica�efout Sensorstoring van heat Sensorstoring van heat sink sink...
9.3 Stroomschema probleemoplossing 9.3.1 Compressor hogedrukbeveiliging E1 Compressor hogedrukbeveiliging E1 Is de hogedrukschakelaar Vervang de defect? hogedrukschakelaar. Is de bedrading van de Vervang de bedrading hogedruk schakelaar los? Is er voldoende water in het Vul het systeem systeem Installeer de Is de temperatuursensor temperatuursensor van de tank verkeerd...
9.3.2 Compressor Lagedrukbeveiliging E3 Compressor lagedrukbeveiliging E3 Is de lagedrukschakelaar Vervang of sluit opnieuw gebroken of is de bedrading Controleer de Stopt of draait de ventilator ventilator. omgekeerd? Repareer de lekkage en Heeft het systeem voeg koudemiddel toe tot gelekt? het gewenste volume.
9.3.3 Compressor uitgaande temperatuur beveiliging E4 Compressor uitgaande temperatuur beveiliging E4 Bereikt de Vervang de Is de weerstand van afvoertemperatuur 120°C? temperatuursensor. de sensor onjuist? Vervang het moederbord Is de Vervang de elektronische elektronische expansieklep kapot? expansieklep. Heeft het systeem Koudemiddel is niet tot het gelekt? vereiste volume aangevuld.
9.3.5 Temperatuursensor fout Temperatuursensor fout Is de stekker van de temperatuursensor correct Sluit het goed aan geplaatst in de socket? Vervang de Is de weerstand van de temperatuursensor correct? temperatuursensor. Vervang het moederbord 9.3.6 Communicatiestoring E6 Communicatiestoring E6 Sluit de bedrading Is de communicatiekabel aan.
9.5 Stroomschema Diagnose van de printplaat 9.5.1 PFC-afwijking E5 wordt weergegeven op de bedrade controller. Bewakings segmentdisplay van het scherm moederbord Hc wordt PFC error weergegeven. Inspecteer het moederbord 1 minuut na het uitschakelen of de busspanning lager is dan 36V. Is het nat, vies of kortgesloten? Droog en reinig...
Pagina 36
E5 wordt weergegeven op de bedrade controller. Bewakings segmentdisplay van het moederbord scherm IPM- H5 wordt bescherming weergegeven. Inspecteer het moederbord 1 minuut na het uitschakelen of de busspanning lager is dan 36V. Is het nat, vies of kortgesloten? Droog en reinig het of verwijder de kortsluiting.
9.5.3 Schakelen Beveiligings- automaat heeft geschakeld Heeft de aardlekschakelaar geschakeld? Voldoet de schakelcapaciteit aan de eis? Schakelt het af bij inschakelen? Het systeem is abnormaal. Installeer een De lekstroom is Controleer de bedrading elektrische groot. Controleer de en wikkeling van de beveiliging volgens lekstoom en los het Is de PFC-module...
9.5.4 Abnormaal geluid van PFC-inductor Over het algemeen is het continue en eentonige geluid van de inductor normaal. Abnormaal geluid van PFC-inductor verwijst naar discontinuïteit en voor de hand liggend afwijkend geluidruis. De redenen kunnen zijn: • PFC-storing • abnormale output van de printplaat Abnormaal geluid van PFC-inductor...
9.5.5 Bescherming tegen oververhitting van de stralingsvin E5 wordt weergegeven op de bedrade controller. segmentdisplay Bewakings van het scherm moederbord P8 wordt weergegeven Beveiliging tegen te hoge temperatuur Als de luchtuitlaat en retour lucht Is de warmteafvoer doorgangen van de buitenunit zijn van de buitenunit in geblokkeerd, vermindert de goede staat?
9.5.6 Overspanningsbeveiliging van DC-bus E5 wordt weergegeven op de bedrade controller. segmentdisplay van het Bewakings moederbord scherm Overspannings PH wordt beveiliging van weergegeven. DC-bus Is de ingangsspanning binnen het werkbereik (185~264VAC)? Komt het voor tijdens de werking van de compressor? Komt het voor tijdens Komt het 6 keer voor de frequentiedaling...
9.5.7 Onderspanningsbeveiliging van DC-bus E5 wordt weergegeven op de bedrade controller. segmentdisplay van Bewakings het moederbord scherm PL wordt Geen spannings- weergegeven. beveiliging Is de ingangsspanning in het bereik van 185~264VAC? Komt het voor tijdens de werking van de compressor? Komt het voor Komt het 6 keer voor wanneer...
10 Elektrisch bedradingsschema 10.1 Besturingsprint HPX06A / HPX12A / HPX16A Zeefdruk Inleiding AC-L Stroomdraad onder spanning Neutrale voedingsdraad Naar de aarde E-verwarming van de watertank E-heater 1 E-heater 2 Andere verwarming door 230VAC Externe waterpomp Gereserveerd Gereserveerd 2-weg klep 1 is normaal open 2-weg klep 1 is normaal gesloten Pg.
Pagina 45
Zeefdruk Inleiding 1-pins:12V, 2-pins:B, 3-pins: A, 4-pins: awarding. Naar de bedrade controller, communicatiekabel 1-pins:+12V, 2-pins:B; 3-polig:A, 4-polig: aarde COM_ESPE1 1-pins:+3,3V, 2-pins:TXD, 3-pins:RXD, 4-pins:aarde COM_ESPE2 1-pins:+3,3V, 2-pins:TXD, 3-pins:RXD, 4-pins:aarde 1-pins: aarde, 2-pins:+18V, 3-pins:+15V Voor de HPX06A Zeefdruk Inleiding AC-L L-OUT Live input van het filterbord N-OUT Neutrale lijningang van het filterbord L1-1 Naar PFC inductor bruine kabel...
Pagina 46
Voor de modellen HPX06A, HPX012A, HPX16A Zeefdruk Inleiding Aansluiting op de compressor fase-W Aansluiting op de compressor fase-U Aansluiting op de compressor fase-W S - 2 Aansluiting op reactor (ingang) T-2. S-1. Aansluiting op reactor (ingang) T-1. Connector naar filter L1-F Connector naar filter L2-F Connector naar filter L3-F Comm1...
Pagina 47
HPX06A Zeefdruk Inleiding AC-L Live lijningang van het moederbord Neutrale lijn van de voeding voor het moederbord L-OUT Live line output of the filter board (to the drive and main boards) N-OUT Neutral line output of the filter board (to the drive board) N-OUT1 Output neutral line L-OUT1...
Pagina 48
Voor de modellen HPX12A / HPX16A, Zeefdruk Inleiding AC-L1 Ingangszijde fase L1 van de gehele unit AC-L2 Ingangszijde fase L2 van de gehele unit AC-L3 Ingangszijde fase L3 van de gehele unit Ingangszijde neutrale lijn van de hele eenheid L1-F Sluit aan op de voedingsingang van de aandrijfkaart L2-F L3-F...
11 Demontage van het apparaat Opmerking: schakel eerst de stroomtoevoer uit en haal koudemiddel uit het apparaat Werkwijze Illustratie HPX06A Verwijder de bevestigingsbouten, bovenkap, voorpaneel en rechterpaneel. Pg. 49...
Pagina 50
Opmerking: schakel eerst de stroomtoevoer uit en haal koudemiddel uit het apparaat Werkwijze Illustratie HPX06A Verwijder de bevestigingsbouten, echt paneel, connectorpaneel, steun (rechtopstaande kolom). Verwijder de bevestigingsbouten en de buitenste beschermkap. Verwijder de bevestigingsbouten en het deksel van de elektrische kast. Verwijder de bevestigingsbouten en de elektrische kast.
Pagina 51
Opmerking: schakel eerst de stroomtoevoer uit en haal koudemiddel uit het apparaat Werkwijze Illustratie HPX06A Desoldeer de verbindingspunten van de 4-wegklep, en verwijder de leidingen van de 4-wegklep. Opmerking: desolderen aansluitverbinding op dat u de soldeerverbindingen bedekt met een vochtige doek om schade bij hoge temperaturen te voorkomen.
Pagina 52
Opmerking: schakel eerst de stroomtoevoer uit en haal koudemiddel uit het apparaat Werkwijze Illustratie HPX06A Verwijder de bevestigingsbouten en vervolgens de ventilator. Verwijder de bevestigingsbouten van de motor en de motorsteun en verplaats ze dan. Verwijder de bevestigingsbouten en scheid vervolgens de condensor van de basis.
Pagina 53
Opmerking: schakel eerst de stroomtoevoer uit en haal koudemiddel uit het apparaat Werkwijze Illustratie HPX12A Verwijder het bovenpaneel, voorpaneel en rechterpaneel. Verwijder de bevestigingsmoeren en vervolgens het achterpaneel, verbindingspaneel en staand frame. Verwijder de bevestigingsmoeren en vervolgens het voorrooster. Pg. 53...
Pagina 54
Opmerking: schakel eerst de stroomtoevoer uit en haal koudemiddel uit het apparaat Werkwijze Illustratie HPX12A Verwijder het deksel van zowel de elektrokast als de inductiekast. Verwijder de elektrische kast en de inductiekast. Verwijder de bevestigingsbouten, desoldeer de verbindingen tussen de gas/vloeistofleiding van de platenwarmtewisselaar en het koelsysteem en verwijder vervolgens het watersysteem.
Pagina 55
Opmerking: schakel eerst de stroomtoevoer uit en haal koudemiddel uit het apparaat Werkwijze Illustratie HPX12A Verwijder de zuigleiding • Draai de bouten van de gasklep los. • Soldeer de leiding los die is aangesloten op de gasklep. • Opmerking: desolderen aansluitverbinding op dat u de soldeerverbindingen bedekt met een vochtige doek om schade bij hoge temperaturen te voorkomen.
Opmerking: schakel eerst de stroomtoevoer uit en haal koudemiddel uit het apparaat Werkwijze Illustratie HPX12A Verwijder de bevestigingsbouten van de motor en de bevestigingsmoeren van de motorsteun en verwijder vervolgens de motor en de motorsteun. Scheid de condensor van de basis door de bevestigingsbouten te verwijderen en de condensor los te trekken van de basis.
13 Conformiteitsverklaring Declaration of conformity Winterwarm Heating Solutions B.V. Oldengoorweg 1 7102 DZ Winterswijk The Netherlands Declares that Heat pumps types: HPX06A, HPX12A, HPX16A Are in accordance with the essential requirements of the relevant EU directives being: Directives / Regulations...