ONDERHOUD
19
Schakel eerst de stroomonderbreker uit.
Binnenmodule en afstandsbediening
● Reinig de binnenmodule en de afstandsbediening met een vochtige doek
indien nodig.
● Gebruik geen benzine, thinner, schuurpoeder of een chemisch
behandelde stoffer.
Luchtfi lters
Om de 2 weken reinigen.
1. Open het luchtinlaatrooster.
2. Verwijder de luchtfi lters.
3. Reinig ze met een stofzuiger of was en droog ze.
4. Plaats de luchtfi lters weer en sluit het luchtinlaatrooster.
FUNCTIE ZELFREINIGING
20
(ALLEEN BIJ KOELEN EN DROGEN)
Om kwalijke geuren door vochtigheid In de binnenmodule te voorkomen.
1. Als de
knop een keer is ingedrukt in de stand "Koelen" of
"Drogen", blijft de ventilator nog 30 minuten draaien en schakelt zichzelf
daarna automatisch uit. Hierdoor zal de vochtigheid in de binnenmodule
afnemen.
2. Druk binnen 30 seconden meer dan 2 keer op de
apparaat onmiddellijk wilt stoppen.
HANDMATIGE ONTDOOIWERKING
21
Om de warmtewisselaar van de buitenunit te ontdooien tijdens
verwarmingswerking.
Houdt u 5 seconden ingedrukt
afstandsbediening gedurende 2 seconden [
weergeven.
WERKING EN PRESTATIES
22
1. Beveiligingsfunctie van drie minuten: Voorkomt dat de unit gedurende
3 minuten wordt gestart wanneer het plotseling opnieuw werd gestart of
op ON werd gezet.
2. Voorverwarmen: Laat het toestel 5 minuten opwarmen voor het begint te
verwarmen.
3. Warmeluchtregeling: Wanneer de kamertemperatuur de ingestelde
temperatuur bereikt, wordt de ventilatorsnelheid automatisch verlaagd en
stopt de buitenmodule.
4. Automatisch ontdooien: Bij het ontdooien werken de ventilatoren niet.
5. Warmtecapaciteit: Warmte wordt opgenomen van buiten en in het
vertrek afgegeven. Wanneer het buiten te koud is, kunt u beter een
verwarmingstoestel combineren met de airconditioner.
6. Houd rekening met sneeuwophoping: Stel de buitenmodule zo op
dat deze niet is blootgesteld aan sneeuwstormen, opeenhoping van
bladeren en dergelijke.
7. Tijdens het bedrijf van het apparaat is soms een kraakgeluid te horen.
Dit is normaal, omdat het uitzetten/krimpen van kunststof een dergelijk
geluid kan veroorzaken.
Opmerking: Punt 2 tot 6 voor verwarmingsmodel
Gebruiksomstandigheden voor de airconditioner
Temp.
Buitentemperatuur
Operatie
Verwarming
–15°C ~ 24°C
Koeling
–15°C ~ 46°C
Drogen
–15°C ~ 46°C
als u het
, waarna de display van de
SET
] als afbeelding 1 zal
Kamertemperatuur
Minder dan 28°C
21°C ~ 32°C
17°C ~ 32°C
STORINGEN VERHELPEN
23
(CONTROLES)
Toestel werkt niet.
● De hoofdschakelaar staat uit.
● De stroomonderbreker
is geactiveerd om de
stroomvoorziening te
onderbreken.
● Geen stroom.
● ON-timer is ingesteld.
24
A-B SELECTIE AFSTANDSBEDIENING
Voor afzonderlijk gebruik van de afstandsbediening, wanneer de
binneneenheden van 2 airconditioners dicht bij elkaar geïnstalleerd zijn.
Instelling afstandsbediening B.
1. Druk op de knop RESET op de binnenmodule en schakel de
airconditioner in.
2. Richt de afstandsbediening op de binnenmodule.
3. Houd de knop
op de afstandsbediening ingedrukt met de punt van
de stift. In het display verschijnt '00". (Afbeelding 1)
4. Druk tegelijkertijd op
en "00" verdwijnt en de airconditioner schakelt uit (OFF).
De afstandsbediening B wordt in het geheugen opgeslagen.
(Afbeelding 2)
Opmerking: 1. Herhaal de hierboven beschreven stap als u de
afstandsbediening wilt instellen op A.
2. Voor afstandsbediening A verschijnt niet "A" in het display.
3. De instelling van de afstandsbediening af-fabriek is A.
1
Nauwelijks Koelen of Verwarmen.
● De fi lters zitten vol stof.
● De temperatuur is niet juist ingesteld.
● Deuren of vensters staan open.
● De luchtinlaat of luchtuitlaat van de
buitenmodule is afgesloten.
● De ventilatorsnelheid is te laag.
● De stand FAN of DRY is geselecteerd
● Functie VERMOGENSELECTIE
is ingesteld op 75% of 50%
(Deze functie is afhankelijk van de
afstandsbediening).
en
. "B" verschijnt nu in de display
2