DAGELIJKS GEBRUIK
6.1 Instellen: Verwarmingsfuncties
Stap 1
Schakel de oven in.
Stap 2
Selecteer een verwarmingsfunctie.
In het display verschijnen de standaard verwarmingsfuncties. Voor meer verwar‐
mingsfuncties drukt u op:
Stap 3
Druk op:
170°C
-5°C
Stap 4
Beweeg de schuifregelaar met de vinger om de temperatuur in te stellen.
Stap 5
Druk op:
Stap 6
Druk op:
- druk hierop om de verwarmingsfunctie uit te schakelen.
Stap 7
Schakel de oven uit.
6.2 Instellen: Magnetronfuncties
Stap 1
Verwijder alle accessoires en zet het apparaat aan.
Stap 2
Selecteer een magnetronverwarmingsfunctie.
In het display verschijnen de standaard verwarmingsfuncties. Voor meer verwar‐
mingsfuncties drukt u op:
Stap 3
Druk op: W. Het display toont de instellingen van het magnetronvermogen.
Stap 4
Beweeg met de vinger op de schuif om het magnetronvermogen in te stellen.
Stap 5
Druk op:
Stap 6
Druk op:
Druk op
om de functie uit te schakelen.
16/40
.Het display toont de temperatuurinstellingen.
70°C
170°C
.
.
.
.
.
OK
210°C
+5°C
.