7 Elektrische aansluiting
7. Breng de kabeldoorvoer tussen de wartelmoer en de adapter aan
en borg de kabel. Draai daarvoor de adapter en de wartelmoer
stevig vast.
8. Herhaal de procedure voor de aansluiting aan de batterijzijde
van de communicatiekabel. Voer de aansluiting aan de bovenste
communicatiekabel van de bovenste batterij uit.
9. Controleer of de RJ45-afsluitstekker aan de onderste batterijcommunicatiekabel van de laatste batterijmodule is
ingestoken.
Zie hiervoor ook:
• Overzicht van het aansluitpaneel ⇒ pagina 35
• Eisen aan de batterijcommunicatiekabels ⇒ pagina 37
• Schakelschema met hybride omvormer ⇒ pagina 36
• Aansluitingsoverzicht van de batterijcommunicatie met de omvormer ⇒ pagina 40
7.9
DC-kabels aansluiten
Voor het aansluiten van de DC-kabels steeds de 2 dichtstbijzijnde batterijmodules onderling aansluiten. Alle
batterijmodules worden in serie geschakeld.
Aanvullend vereist materiaal (niet bij de leveringsomvang inbegrepen):
☐ 2 DC-kabels voor de verbinding met de omvormer
☐ Voor het verbinden van de batterijmodules onderling is minstens 1 langere DC-kabel vereist, als deze niet direct
boven elkaar zijn gemonteerd. Dat is onvermijdelijk voor:
– 4 of 5 batterijmodules
– rug-aan-rug-opstelling
Voorwaarde:
☐ De batterijmodules moeten gemonteerd zijn.
☐ Alle aardleidingen moeten aangesloten zijn.
Werkwijze:
1. Controleer of de batterijmodules en de omvormer spanningsvrij zijn.
2. Gebruik om een langere kabel voor te bereiden de meegeleverde MC4-stekker.
42
HS-BM-3.28-10-BE-nl-10
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding