Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Batterijcommunicatiekabels Tussen Batterijmodules Aansluiten - SMA HS-BM-3.28-10 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

7 Elektrische aansluiting
☐ Voor het verbinden van de batterijmodules onderling is minstens 1 langere aardleiding vereist (minimale lengte:
1,5 m), als deze niet direct boven elkaar zijn gemonteerd. Dat is onvermijdelijk voor:
– 4 of 5 batterijmodules
– rug-aan-rug-opstelling
Voorwaarde:
☐ Controleer of de batterijmodules correct werden gemonteerd.
Werkwijze:
1. Schakel alle producten spanningsvrij.
2. Verbind direct boven elkaar gemonteerde batterijmodules
onderling met de meegeleverde aardleiding. Draai daarvoor de
combischroeven aan de aansluitpunten die het dichtst bij elkaar
liggen vast (TX20, koppel: 2,5 Nm). Gebruik bij niet direct boven
elkaar gemonteerde batterijen een langere aardleiding.
3. Strip een voor de externe aarding geschikte aardleiding en crimp een ringkabelschoen aan de kabel.
4. Draai de meegeleverde combischroef aan het onderste
aansluitpunt voor de bijkomende aarding vast (TX20, koppel: 2,5
Nm).
5. Verbind de aardleiding met het externe aardingspunt. De externe aardingspunten van batterij en omvormer
moeten dezelfde potentiaal hebben.
Zie hiervoor ook:
• Eisen aan de aardleiding ⇒ pagina 36
• Overzicht van het aansluitpaneel ⇒ pagina 35
• Schakelschema met hybride omvormer ⇒ pagina 36
7.6

Batterijcommunicatiekabels tussen batterijmodules aansluiten

Voor het aansluiten van de batterijcommunicatiekabels steeds de bus COM gebruiken en steeds de 2 dichtstbijzijnde
batterijmodules onderling aansluiten. De niet gebruikte communicatieaansluiting met RJ45-bus van de laatste
batterijmodule moet de voorgemonteerde RJ45-afsluitstekker behouden.
38
HS-BM-3.28-10-BE-nl-10
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave