SMA Solar Technology AG
6 Montage
6.1
Voorwaarden voor de montage
6.1.1
Eisen aan de montagelocatie van de batterijmodules
Levensgevaar door vuur of explosie
Ondanks een zorgvuldige constructie kan er bij elektrische apparaten brand ontstaan. Dit kan ernstig letsel of de
dood tot gevolg hebben.
• Monteer het product niet op plekken waar zich licht ontvlambare stoffen of brandbare gassen bevinden.
• Monteer het product niet in explosiegevaarlijke omgevingen.
☐ De montagelocatie moet geschikt zijn voor het gewicht en de afmetingen van het product.
☐ Montagelocatie moet een voldoende droog, horizontaal en vlak oppervlak hebben.
☐ De montagelocatie mag niet aan direct zonlicht blootgesteld zijn. Directe zoninstraling op het product kan leiden
tot een vroegtijdige veroudering van kunststof onderdelen aan de buitenkant en te sterke verhitting. Als het
product te heet wordt, wordt het vermogen automatisch beperkt om oververhitting te voorkomen.
☐ In de buurt van de montagelocatie mogen zich geen warmtebronnen bevinden.
☐ De klimatologische voorwaarden moeten aangehouden worden.
☐ Montagelocatie moet minder dan 3000 m boven NAP liggen. Wanneer u de batterij wilt gebruiken op hoogtes
boven 3000 m, moet u contact met de technische service opnemen.
☐ In overstromingsgebieden moet de montagelocatie verhoogd en altijd beschermd tegen contact met water
beschermd zijn.
6.1.2
Toegestane en niet toegestane montageposities van de batterijmodules
☐ Het product mag uitsluitend in een toegestane positie worden gemonteerd. Daardoor wordt gegarandeerd dat er
geen vocht in het product kan binnendringen.
☐ Het product moet zodanig worden gemonteerd dat u de ledsignalen gemakkelijk kunt aflezen.
Afbeelding 7: Toegestane en niet toegestane montageposities
6.1.3
Aanbevolen afstanden
Wanneer de aanbevolen afstanden worden aangehouden, is voldoende warmteafvoer gewaarborgd. Daardoor
voorkomt u een vermindering van het vermogen door een te hoge temperatuur.
☐ De aanbevolen afstanden tot muren, andere batterijen, omvormers of voorwerpen moeten worden aangehouden.
Bedieningshandleiding
WAARSCHUWING
6 Montage
HS-BM-3.28-10-BE-nl-10
23