MSA
MSA AUER
Zorg ervoor dat de intervallen voor Volgende kalibratie dezelfde waarde hebben
op de GALAXY GX2 en het instrument. Als hier geen selectie wordt gemaakt, vindt
kalibratie plaats volgens het Kal interval van de gasdetector. Dit kan leiden tot meer [of
minder, afhankelijk van de instelling] vaak kalibreren en niet gewenste meldingen van
verlopen kalibraties.
Tabblad ID
Kies het tabblad ID om instrumentnaam, bedrijf en afdeling in te stellen.
Fig. 22 Instrumentinstelling - ID
(1)
Kies Gebruikersnaam om een benaming toe te wijzen.
(2)
Voer de naam in met het toestenbord.
(3)
Kies Opslaan en kies het pijltje terug.
(4)
Kies Bedrijfsnaam.
(5)
Voer de naam in met het toestenbord.
(6)
Kies Opslaan en kies het pijltje terug.
(7)
Kies Afdelingssnaam.
(8)
Voer de naam in met het toestenbord.
(9)
Kies Opslaan.
Om de instellingen op het instrument van kracht te laten worden kiest u Instellingen
bijwerken in het scherm Instrumentconfiguratie [ afb. 18], voordat u het instrument
uit de GALAXY GX2 verwijdert.
NL
GALAXY GX2 Geautomatiseerd testsysteem
Configureren van het GALAXY GX2 systeem
(1)
Kies 24-uurs tijd om dit als standaard in
te stellen. Als dit niet gekozen wordt,
functioneert het instrument in de stan-
daard 12-uurs tijd.
(2)
Kies Volgende kalibratie om het kalibra-
tie-interval voor het instrument in te stellen.
Het scherm Kalibratie-interval ver-
schijnt.
(3)
Stel het Kalibratie-interval [dagen] in.
(4)
Kies Opslaan.
47