4
Kies [WPS-verbinding].
z
z
Tik op [WPS-verbinding].
5
Kies [PBC-methode].
z
z
Tik op [PBC-methode].
6
Breng de verbinding tot stand.
z
z
Houd op het toegangspunt de WPS-
verbindingsknop enkele seconden
ingedrukt.
z
z
Tik op [Volgende].
X
X
De camera maakt verbinding met het
toegangspunt.
X
X
Er verschijnt een lijst met computers die
met het toegangspunt zijn verbonden in
het scherm [Apparaat selecteren].
7
Kies een computer om
verbinding mee te maken.
z
z
Tik op de naam van de computer
waarmee u verbinding wilt maken.
z
z
Zie "CameraWindow gebruiken
om beelden naar een computer
te verzenden"
(=
97) als u een
Macintosh-computer gebruikt.
8
Installeer een stuurprogramma
(eerst alleen Windows-
verbinding).
z
z
Wanneer het scherm aan de linkerkant
wordt weergegeven op de camera, klikt
u op het menu Start op de computer,
vervolgens op [Configuratiescherm] en op
[Een apparaat toevoegen].
z
z
Dubbelklik op het pictogram van de
verbonden camera.
X
X
Het stuurprogramma wordt geïnstalleerd.
X
X
Nadat het stuurprogramma is
geïnstalleerd en de camera en computer
met elkaar verbonden zijn, wordt het
AutoPlay-scherm weergegeven. Er wordt
niets weergegeven op het camerascherm.
z
z
Ga verder met "CameraWindow
gebruiken om beelden naar een
computer te verzenden"
•
Wanneer u in de buurt van een toegangspunt bent waar u al
eerder verbinding mee hebt gemaakt, maakt de camera er in
stap 3 automatisch verbinding mee. Als u een ander toegangspunt
wilt kiezen, selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt
geopend wanneer de verbinding tot stand wordt gebracht en voert u
stap 4–5 in "Een computer toevoegen"
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
1
2
3
4
5
6
7
8
(=
97).
9
10
Index
(=
95) uit.
Basishandelingen
van de camera
Modus Creatieve
opname
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
95