Beelden op de camera geotaggen
GPS-gegevens die zijn vastgelegd op een smartphone met de speciale
toepassing CameraWindow
(=
85), kunnen worden toegevoegd
aan beelden op de camera. Beelden worden gelabeld met informatie,
waaronder de breedtegraad, lengtegraad en hoogte.
•
Voordat u opnamen maakt, moet u ervoor zorgen dat de datum en
tijd en uw eigen tijdzone correct zijn ingesteld. (Zie "De datum en
tijd instellen"
(=
13).) Geef daarnaast in [Tijdzone]
eventuele opnamebestemmingen op die zich in andere tijdzones
bevinden.
•
De smartphone die u gebruikt voor geotaggen, moet zijn
geautoriseerd om de beelden op de camera te bekijken
•
Met behulp van de locatiegegevens die als geotag aan uw foto's of
films zijn toegevoegd, kunnen andere mensen u herkennen of uw
locatie bepalen. Wees voorzichtig als u deze beelden met anderen
deelt, bijvoorbeeld als u beelden online plaatst waar vele anderen
ze kunnen bekijken.
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen
U kunt Wi-Fi-instellingen als volgt bewerken of wissen.
Verbindingsinformatie bewerken
Verbindingsinformatie bewerken die op de camera is opgeslagen. U kunt de
bijnamen (weergavenamen) wijzigen van de apparaten die op de camera
worden weergegeven en informatie over een verbinding verwijderen.
Hieronder staat de procedure voor wanneer het doelapparaat een computer is.
(=
106)
(=
87).
1
Open het Wi-Fi-menu.
z
z
Als u op [
] tikt, worden recente
doelapparaten weergegeven. Tik op
[ q ][ r ] om het Wi-Fi-menu te openen.
2
Kies een apparaat om te
bewerken.
z
z
Tik op het pictogram voor apparaat dat
u wilt bewerken.
3
Kies [Apparaat bewerken].
z
z
Tik op [Apparaat bewerken].
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Modus Creatieve
opname
3
Auto-modus/
Hybride automatisch
4
Andere
opnamemodi
5
P-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu
Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
102