5.
Stel indien nodig de bestuurdersstoel af. Raadpleeg De bestuurdersstoel
afstellen op pagina 73.
6.
Pas indien nodig de positie van de stuurkolom aan. Raadpleeg De
stuurkolom aanpassen op pagina 74.
Doe uw gordel om.
7.
8.
Controleer of de rijrichtingsschakelaar in de neutrale stand staat. Raadpleeg
Functie-regeleenheid op pagina 26.
8.5.2
Starten
1.
Steek de sleutel in het contactslot (A).
Draai de sleutel naar positie I (B). De machine kan nu worden gebruikt.
2.
8.5.3
Toegangscode (optioneel)
Indien u dit wenst, kan de machine worden uitgerust met een toegangscode.
Deze unieke code is een extra beschermingsmaatregel tegen diefstal of
ongeoorloofd gebruik van uw machine. De code wordt door uw dealer eenmaal
G2200E - R1911
Druk nooit het gaspedaal of het rempedaal in wanneer
u start.
Wiellader
Werking 75