Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid
naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt
(netwerkservice), geeft een nummer de actieve lijn aan.
Er is een compatibele hoofdtelefoon aangesloten op
het apparaat.
geeft aan dat de verbinding is verbroken.
Er is een compatibele antenne aangesloten op
het apparaat.
Er is een compatibele
op het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat
en
dat een verbinding beschikbaar is.
Er is een packet-gegevensverbinding actief in een
gedeelte van het netwerk dat EDGE ondersteunt.
aan dat de verbinding in de wachtstand staat en
een verbinding beschikbaar is. De pictogrammen geven
aan dat EDGE in het netwerk beschikbaar is, maar mogelijk
maakt het apparaat geen gebruik van EDGE tijdens de
gegevensoverdracht.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding actief.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat
en
dat een verbinding beschikbaar is.
16
Teksttelefoon
aangesloten
geeft
dat
U hebt de scanfunctie voor WLAN's (draadloos LAN)
ingeschakeld en er is een WLAN beschikbaar. Zie 'WLAN
(draadloos LAN)' op pag. 79.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk
met codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk
zonder codering.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.
Er worden gegevens verzonden met behulp
van Bluetooth-connectiviteit. Als het symbool knippert,
probeert het apparaat verbinding te maken met een
ander apparaat.
Er is een USB-verbinding actief.
Navi™-bladertoets
Hierna aangeduid als de bladertoets.
Met de bladertoets kunt u in menu's navigeren (
,
,
) en items selecteren (
en selecteer
Instrumenten
Navigatiewieltje
>
Navigatiewieltje
aanvullende functionaliteit van het Navi™-wiel te
activeren.
,
). Druk op
>
Instell.
>
Algemeen
>
>
Aan
om de