Wlan-Netwerkmodus; Wlan-Netwerknaam Wlan-Beveil.modus - Nokia N Series Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor N Series:
- Gebruiksaanwijzing (224 pagina's) ,
- Handleiding (210 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (159 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
WLAN-netwerkmodus
ad-hocnetwerk wilt maken en apparaten rechtstreeks
gegevens moeten kunnen verzenden en ontvangen.
Een WLAN-toegangspunt is niet nodig. In een
ad-hocnetwerk moeten alle apparaten dezelfde
WLAN-netwerknaam
WLAN-beveil.modus
WEP,
802.1x
(niet voor ad-hocnetwerken) of
WPA2. Als u
Open netwerk
gebruikt. De coderingstypen WEP, 802.1x en WPA kunnen
alleen worden gebruikt als deze door het netwerk worden
ondersteund.
WLAN-beveil.instell.
voor de geselecteerde beveiligingsmodus in:
Beveiligingsinstellingen voor WEP:
•
WEP-sleutel in gebr.
sleutelnummer. U kunt maximaal vier WEP-sleutels
maken. Dezelfde instellingen moeten worden ingevoerd
op het apparaat voor het WLAN-toegangspunt.
•
Verificatietype
verificatietype tussen uw apparaat en het apparaat
voor het WLAN-toegangspunt.
•
Instell. WEP-sleutel
van de sleutel),
Hexadecimaal) en
sleutelgegevens in de geselecteerde indeling) in.
138
– Selecteer
Ad-hoc
als u een
gebruiken.
– Selecteer de gebruikte codering:
kiest, wordt geen codering
– Voer de instellingen
– Selecteer het WEP-
– Selecteer
Open
of
Gedeeld
– Voer
WEP-codering
Indeling WEP-sleutel (ASCII
WEP-sleutel
(de WEP-
Beveiligingsinstellingen voor
•
WPA/WPA2
verificatiemethode:
EAP-invoegtoepassing (Extensible Authentication
Protocol) wilt gebruiken of
u een wachtwoord wilt gebruiken. Leg de gewenste
instellingen vast:
•
Instell. EAP-plug-in
WPA/
instellingen in overeenkomstig de instructies van
de serviceprovider.
•
Vooraf ged. sleutel
Voer een wachtwoord in. Hetzelfde wachtwoord
moet worden ingevoerd op het apparaat voor het
WLAN-toegangspunt.
•
Alleen WPA2 (modus)
Selecteer of TKIP (Temporal Key Integrity Protocol)
moet worden gebruikt.
Homepage
Selecteer
Opties
keuze uit de volgende opties:
voor het
IPv4-instellingen:
van het apparaat),
(lengte
subnet),
Standaardgateway
of
Voer het IP-adres van de primaire en secundaire DNS-
server in. Neem voor deze adressen contact op met
uw internetprovider.
802.1x
en WPA/WPA2:
– Hiermee selecteert u de
EAP
als u een
Vooraf ged. sleutel
(alleen voor EAP) – Voer de
(alleen voor
Vooraf ged.
(alleen voor WPA/WPA2) –
– Hiermee definieert u een homepage.
>
Geavanc. instell.
en maak een
IP-adres telefoon
(het IP-adres
Subnetmasker
(het IP-adres van het
(de gateway) en DNS-adres.
als
sleutel) –
Advertenties
Inhoudsopgave
