4 INSTALLATIE
De installatie is van toepassing indien de vermogenschakelaar apart is besteld en dus nog
niet aanwezig is in de cel.
4.1 Veiligheidsvoorschriften – installatie
4.1.1 Algemeen
• Zie ook "Algemene veiligheidsvoorschriften en –instructies".
• Laat nooit gereedschap of bevestigingsmaterialen in of op de vermogenschakelaar
achter.
• Installeer de vermogenschakelaar uitsluitend in ruimten die volledig beantwoorden aan
de volgende aanbevelingen (volgens IEC 60694).
4.1.2 Aanbevelingen - opstellingsruimte
De aanbevelingen inzake de opstellingsruimte worden onderverdeeld in aanbevelingen op
het gebied van:
-
de vloeroppervlakte
-
de omgevingscondities
-
de ventilatie
-
de vrije hoogte van de opstellingsruimte
4.1.2.1 Vloeroppervlakte
De ondergrond waarop de vermogenschakelaar (indirect) moet worden geplaatst, moet
voldoende stevig en geheel vlak zijn. Het maximaal toelaatbare niveauverschil bedraagt 2
mm/m.
4.1.2.2 Omgevingscondities
De vermogenschakelaar is ontworpen voor binnenopstelling onder de volgende
omgevingscondities:
omschrijving
omgevingstemperatuur
relatieve luchtvochtigheid
opstellingshoogte
DW702115
waarde
min. -15 °C - max. +45 °C
min. 10% - max. 70% (zonder condensvorming)
max. 1.000 m boven zeespiegel
4-1