De scherpstelling aanpassen
Meebewegende autofocus gebruiken
a p d N s
Met Tracking AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch
scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt.
1
Druk in de opnamemodus op [
2
Selecteer
Opname
Autom. scherpstellen
Tracking AF.
3
Stel scherp op het onderwerp dat u wilt volgen en druk
op [o].
Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het
onderwerp volgt als u de camera beweegt.
Tracking AF
Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
Een groen kader wanneer u de [ Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
m].
Opnameopties
Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:
-
het onderwerp is te klein of verplaatst zich vaak
-
er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats
-
kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond
overeen
-
de camera trilt enorm
In deze gevallen ziet het scherpstelkader eruit als een kader met één
witte lijn.
Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen
onderwerp opnieuw selecteren.
Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het
scherpstelkader een kader met één rode lijn.
Als u deze functie niet kunt gebruiken, is het niet mogelijk om de
opties voor gezichtsdetectie en fotostijlen in te stellen.
45