Gebruik van het [OPNAME] menu
Voor nadere details over de instelling (→41)
Hiermee kunt u een snelle serie foto's maken. Een serie gemaakte foto's terwijl de
ontspanknop ingedrukt wordt gehouden.
■
Modus:
■
Instellingen: [OFF]/
Snelheid ∗
Ca. 1,5 foto's/sec.
∗ Het fotograferen wordt langzaam maar zeker trager. (Het begin van de vertraging varieert,
afhankelijk van het type kaart en het opnamepixelniveau.)
●
De scherpstelling wordt vastgezet bij de eerste foto. De belichting en de witbalans
worden voor elke foto aangepast.
●
Bij gebruik van de zelfontspanner: vastgezet op 3 foto's
●
De burstsnelheid kan teruglopen als de ISO-gevoeligheid op hoog wordt ingesteld, of
als de sluitertijd langer wordt op donkerdere locaties.
●
Wanneer burst wordt geselecteerd, wordt de flitser uitgeschakeld.
●
Wanneer burst wordt gebruikt met het ingebouwde geheugen, kan het even duren
voordat de gegevens zijn weggeschreven.
●
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld.
●
Wanneer u bewegende onderwerpen fotografeert in situaties met een groot verschil
tussen lichte en donkere gebieden, is het niet altijd mogelijk om de optimale belichting
te krijgen.
●
Auto review vindt plaats ongeacht de instelling van [AUTO REVIEW].
●
Burst is niet beschikbaar in de scènemodi [TRANSFORMEREN], [HI-SPEED BURST],
[FLITS-BURST], [STERRENHEMEL], [ZANDSTRAAL] en [FOTO FRAME].
●
Met de scènemodus [HI-SPEED BURST] kunt u foto's sneller na elkaar maken. [FLITS-
BURST] is handig om continu foto's met flitser te maken op donkere locaties.
Vergroot het effect van optische zoom of extra optische zoom met maximaal 4 keer. (Zie
voor meer informatie (→30))
■
Modus:
■
Instellingen: [OFF]/[ON]
●
Deze staat vast op [ON] wanneer de [MACRO ZOOM] is ingeschakeld.
●
Niet beschikbaar in de opnamemodus voor film. In andere opnamemodi wordt de
instelling toegepast.
60
VQT2P57
[BELICHTING]
[BURSTFUNCTIE]
Aantal foto's
Tot kaart/ingebouwd geheugen vol is
[DIG. ZOOM]
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [OPNAME] (→15)
(vervolg)
Kleureffecten instellen.
■
Modus:
■
Instellingen: [STANDARD] / [NATURAL] (zacht) / [VIVID] (scherp) / [B/W] / [SEPIA] /
●
Wanneer er duidelijk sprake is van interferentie: instellen op [NATURAL].
●
In de
([INTELLIGENT AUTO] modus) kunnen alleen [STANDARD], [B/W], en
[SEPIA] worden gekozen.
Neemt automatisch trillingen waar en corrigeert die.
■
Modus:
■
Instellingen:
Instellingen
[OFF]
[AUTO]
[MODE 1]
[MODE 2]
●
Deze instelling is vastgezet op [MODE 2] in de scènemodus [ZELFPORTRET] en op
[OFF] in de scènemodus [STERRENHEMEL].
●
Omstandigheden waarbij de optische beeldstabilisatie minder goed werkt:
Heftig schudden of trillen, extreme zoomstand (inclusief het digitale zoombereik),
snel bewegende onderwerpen, opnamen binnenhuis of bij slecht licht (vanwege een
langzame sluitertijd)
●
Deze staat vast op [MODE 1] tijdens het filmen van bewegende beelden.
[KLEURFUNCTIE]
[COOL] (meer blauw) / [WARM] (meer rood)
[STABILISATIE]
Effect
Foto's die opzettelijk worden gemaakt zonder bewegingscorrectie
De optimale beeldstabilisatie wordt automatisch ingeschakeld, al naar
gelang de opnameomstandigheden.
Constante correctie
(Monitorbeeld stabiel, compositie gemakkelijk te maken)
Correctie op het moment dat de ontspanknop wordt ingedrukt
(Effectiever dan [MODE 1])
61
VQT2P57