De sonde reinigen en desinfecteren
De sonde reinigen
LET OP!
• Voorkom tijdens de reinigings- en desinfectieprocedure dat er vloeistof binnendringt in
elektrische of metalen onderdelen van de kabelconnector. Vloeistof in deze gebieden kan
schade veroorzaken.
• Voorkom tijdens het scannen en tijdens de reiniging dat er vloeistof op het aanraakscherm van
uw mobiele apparaat spat. Vloeistof kan schade veroorzaken.
De sonde reinigen:
1. Verwijder na elk gebruik van de sonde de echografische transmissiegel van de sonde met behulp van een van
de aanbevolen, in vloeistof gedrenkte doekjes (Super Sani-Cloth® kiemdodende wegwerpdoekjes van PDI, Inc.,
Super Sani-Cloth® AF3-wegwerpdoekjes van PDI, Inc. of een met water bevochtigde pluisvrije doek).
2. Koppel de sonde los van het mobiele apparaat.
3. Neem de sonde, trekontlasting, kabel en connector gedurende één (1) minuut en totdat ze zichtbaar schoon zijn
af met een van de aanbevolen, in vloeistof gedrenkte doekjes.
4. Vervang de doekjes zo nodig en herhaal de bovenstaande stap totdat de sonde zichtbaar schoon is.
5. Droog de sonde af met een zachte doek; dep de lens droog. Veeg niet over de lens. Droog de rest van de
sonde, kabel, trekontlasting en connector af.
6. Onderwerp de sonde op een goed verlichte plaats aan een visuele inspectie om na te gaan of alle oppervlakken
schoon zijn. Als de sonde niet schoon is, herhaalt u de bovenstaande reinigingsstappen.
7. Voer reinigingsmaterialen af in overeenstemming met alle geldende voorschriften.
Ga voor de meest actuele lijst met goedgekeurde reinigingsmiddelen naar support.butterflynetwork.com.
De sonde desinfecteren
WAARSCHUWING!
Onderzoek de sonde altijd vóór en na reiniging, desinfectie of gebruik. Controleer het lensvlak, de
kabel, de behuizing, de naden en de verbindingskabel op tekenen van schade, zoals barsten,
deuken, schuurplekken en lekken. Om elektrische risico's te voorkomen mag de sonde niet
worden gebruikt als er maar het minste teken van schade is.
Na het reinigen van de sonde moet u de sonde desinfecteren.
Om het risico op besmetting en infectie te verminderen, is het belangrijk om het juiste niveau van desinfectie te
kiezen, op basis van voorafgaand onderzoek en of het gebruik als niet-kritisch of semi-kritisch wordt geclassificeerd.
Gebruik
Tabel 3, "Sondedesinfectieklasse, -gebruik en -methode" [54]
vervolgens de juiste middelhoge of hoge desinfectieprocedure te volgen.
Tabel 3. Sondedesinfectieklasse, -gebruik en -methode
Klasse
Niet-kritische klasse
Raakt de intacte huid aan
Semi-kritische klasse
Raakt slijmvliezen en niet-intacte huid aan
Middelhoge desinfectie (ILD)
Onderhoud
Gebruik
Reiniging gevolgd door middelhoge desinfectie (ILD)
Reiniging gevolgd door hoge desinfectie (HLD)
om de juiste klasse te bepalen en
Methode
54