Aarding
WAARSCHUWING
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
De pomp moet voor gebruik eerst
geaard worden. Lees ook het gedeelte
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR op
bladzijde 4.
1.
Pomp : gebruik een aarddraad met aardklem. Zie Afb. 1.
Draai de klemmoer (W) en de sluitring (X) enigszins los.
Steek een einde van een aarddraad (Y), met minimum
)
doorsnede 1,5 mm
, in het gat in het aansluitpunt (Z), en
draai de klemmoer goed vast. Verbind het klemuiteinde
van de aarddraad met een echte aardaansluiting. Zie het
gedeelte over Toebehoren voor bestelgegevens van de
aarddraad en aardklem.
W
Y
Afb. 1
Installatie
2.
Luchtslangen: gebruik alleen elektrisch geleidende
slangen.
3.
Vloeistofslangen: gebruik uitsluitend elektrisch
geleidende slangen.
4.
Luchtcompressor: volg de aanbevelingen van de
fabrikant van de luchtcompressor.
5.
Spuitpistool/afgiftekraan: aard het pistool via een aan-
sluiting aan een goed geaarde vloeistofslang en -pomp.
6.
Vloeistofvoorraadvat: aarden volgens plaatselijk
voorschrift.
7.
Te spuiten voorwerp: aarden volgens plaatselijk voor-
schrift.
8.
Vaten met oplosmiddel gebruikt bij het spoelen : volgens
plaatselijke voorschriften. Gebruik alleen metalen vaten,
die geleidend zijn, en zet ze op een geaard oppervlak.
X
Plaats het vat niet op een niet-geleidend oppervlak,
zoals papier of karton, omdat dat de aarding onder-
breekt.
Z
9.
Om de continuïteit van de aarding te handhaven bij
het spoelen of wanneer de druk wordt ontlast , moet
u altijd een metalen gedeelte van spuitpistool of afgifte-
kraan stevig tegen de zijkant van een geaarde metalen
bak houden, en dan pas de trekker van het pistool over-
halen.
310- -523
7