Inhoudsopgave
Advertenties
WAARSCHUWING
Om het risico van ernstige verwonding te verminderen,
wanneer u de druk moet vrijgeven, moet u altijd te
werk gaan volgens de Drukontlastingsprocedure,
beschreven op bladzijde 10.
PROBLEEM
De ram wil niet omlaag of
omlaag gaan.
De ram gaat te snel
omhoog of onlaag.
Er lekt lucht weg rond de
cilinderstang.
Er dringt vloeistof langs
de wissers van de
ramplaat.
Het vullen van de pomp
lukt niet, of de pomp
pompt lucht.
De handbediende lucht-
kraan houdt het vat niet
omlaag, of duwt de plaat
niet omhoog.
12 310- -523
Opheffen van storingen
OORZAAK
Luchtkraan dicht of luchtleiding verstopt.
Niet genoeg luchtdruk.
Versleten of beschadigde zuiger.
Handkraan dicht of verstopt.
Luchtdruk is te hoog.
Versleten stangafdichting
Luchtdruk te hoog.
Versleten of beschadigde wissers.
Luchtkraan dicht of luchtleiding verstopt.
Onvoldoende luchtdruk.
Versleten of beschadigde zuiger.
Handkraan dicht of verstopt.
Handkraan is vuil, versleten of beschadigd. Reinig, voer onderhoud uit.
Luchtkraan dicht of luchtleiding verstopt.
Onvoldoende luchtdruk.
Kraandoorgang verstopt.
1.
Ontlast de druk.
2.
Loop alle mogelijke oorzaken en problemen na voordat u
de pomp uit elkaar gaat halen.
OPLOSSING
Zet open, maak vrij.
Vergroot de luchtdruk.
Vervangen
Zet open, maak vrij.
Verminder de luchtdruk.
Vervang.
Verminder de luchtdruk.
Vervang.
Open, maak vrij.
Vergroot de luchtdruk.
Vervangen
Open, maak vrij.
Open, maak vrij.
Verhoog de luchtdruk.
Reinig.
Advertenties
Inhoudsopgave
