3
Montage van swingarm aan voorste framedriehoek
6.
Schuif een van de draaipuntringen tussen het
voorframe en de niet-aangedreven zijde van de
swingarm. Schuif de inbussleutel door de ring.
7.
Schuif de bout van het hoofddraaipunt vanaf
de niet-aangedreven zijde over de inbussleutel,
door de ring en in het draaipuntlager. Zo
blijven ring en bout op hun plaats. Haal de
inbussleutel uit het lager.
8.
Schuif vanaf de aandrijfzijde de andere
draaipuntring tussen het voorframe en de
aangedreven zijde van de swingarm. Schuif de
inbussleutel door de ring.
9.
Terwijl de inbussleutel op zijn plek blijft,
schuif je de hoofddraaipuntbout door de
beide ringen en in de schroefdraad in de
liggende achtervork. Wees voorzichtig om de
schroefdraad niet te beschadigen tijdens het
indraaien.
10.
Draai de twee voorste demperschroeven vast
met 5 Nm.
11.
Draai de achterste demperasbout vast
met 10 Nm.
OPMERKING
Controleer of de ringen
onder de schroefkoppen zitten.
12.
Monteer de vergrendelingsmoer en zet de as
van het hoofddraaipunt vast met 23 Nm.
8
4
MONTAGE ACHTERREM EN REMLEIDING
BENODIGD GEREEDSCHAP
• Kleine kabelbinders
• Kleine momentsleutel
• 4 mm inbussleutel
1.
Schuif de remleiding van de achterrem door
het kabelgat in het bottom bracket.
2.
Monteer de achterrem op de liggende
achtervork.
3.
Schuif de achterremleiding door de twee
kabelgeleiders op de liggende achtervork.
4.
Gebruik kabelbinders om de leidingen losjes
aan de kabelgeleiders te bevestigen. Trek de
kabelbinders nog niet vast om de montage van
de leiding te vereenvoudigen.
5.
Schuif de leiding omhoog door de onderbuis
en naar buiten via de opening aan de
linkerzijde van de balhoofdbuis.
9