LET OP
Sondes vervangen
®
CAPBs
Als u deze aanwijzing niet opvolgt, kan dit leiden tot ernstig lichame-
lijk letsel.
Het flesje met kalibratievloeistof moet eerst goed geschud worden.
Giet daarna de kalibratievloeistof in de maatbeker (circa 20 ml).
Sluit het flesje met kalibratievloeistof direct weer af. Als de dop niet
op het flesje zit, zal de kalibratievloeistof snel verouderen en on-
bruikbaar worden. Dompel de geleidbaarheidssonde onder in de ka-
libratievloeistof. Draai de sonde een tijdje rond en wacht tot de
meetwaarde stabiliseert. Volg de kalibratieaanwijzingen van het
meetinstrument.
INCORRECTE KALIBRATIE
WQ10: De bewaarvloeistof (KCL) heeft een bijzonder hoge ge-
leidbaarheid en dient goed van de meetsonde te worden ge-
spoeld voor een kalibratie. Doe dit door de meetsonde gedu-
rende enkele minuten in gedestilleerd water te roeren.
Het is belangrijk dat de sonde tijdens de kalibratie niet in aanra-
king komt met het plastic van de maatbeker.
De kalibratievloeistof moet na gebruik afgevoerd worden. De ka-
libratievloeistof mag in geen geval opnieuw worden gebruikt.
Verwijder eventuele luchtbelletjes van de sensor door de sonde
snel rond te draaien. Kijk door de doorzichtige maatbeker heen
om de ondergedompelde sonde te controleren.
Schakel eerst het apparaat uit. Raak de contactpunten van het ap-
paraat niet aan.
1. Draai de sondekraag los en verwijder hem volledig.
2. Beweeg de sonde voorzichtig heen en weer en trek hem los
van de CAPBs.
3. Om een nieuwe sonde te plaatsen, steekt u deze voorzichtig in
de houder. (De connector van de sonde is voorzien van een
nokje, zodat hij maar op één manier past.)
4. Draai de sondekraag aan, stevig genoeg om een goede afdich-
ting te verkrijgen (er is een rubber pakking aangebracht tussen
de sonde en de CAPBs).
11