Wanneer een GPRS-verbinding tot stand is gebracht, wordt het pictogram
linksboven in het display weergegeven. Als een oproep of tekstbericht binnenkomt
of als u belt terwijl een GPRS-verbinding actief is, wordt het pictogram
rechtsboven in het display weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat de
GPRS-verbinding is onderbroken. De telefoon ondersteunt drie gelijktijdige GPRS-
verbindingen. U kunt bijvoorbeeld gelijktijdig browsen in WAP-pagina's,
multimediaberichten ontvangen en een pc-inbelverbinding actief hebben.
GPRS-inbelinstellingen
U kunt de telefoon via een infrarood- of kabelverbinding aansluiten op een
compatibele pc en de telefoon gebruiken als modem om GPRS-verbinding via de
pc in te schakelen.
Druk op
Menu
en selecteer achtereenvolgens Connectiviteit,
modeminstellingen. Selecteer
toegangspunt. Selecteer
het toegangspunt te wijzigen.
• Ga naar
Alias voor toegangspunt
voor het geactiveerde toegangspunt in en druk op OK.
• Ga naar
GPRS- toegangspunt
toegangspunt in en druk op OK.
De naam van een toegangspunt is nodig om een verbinding met een GPRS-
netwerk tot stand te brengen. U kunt de naam van het toegangspunt opvragen
bij de netwerkexploitant of serviceprovider.
Copyright
Actief toegangspunt
Actieve toegangspunt bewerken
en druk op Kiezen. Toets de gewenste naam
en druk op Kiezen. Toets de naam van het
©
2003 Nokia. All rights reserved.
GPRS
en
GPRS-
en activeer het gewenste
om de instellingen voor
106