4.3 Installatie van MIDA voor de werking bij constant drukverschil
MIDA kan de draaisnelheid van de pomp beheren zodat het drukverschil tussen de in- en uittrede van de pomp in circulatie-
installaties constant blijft. Daarvoor moet een drukverschilsensor worden gebruikt. Het is echter ook mogelijk om twee
identieke druksensoren te installeren op de in-en uittrede van de pomp. MIDA neemt het verschil tussen de waarden waar.
N.B. Gebruik absolute druksensoren en dus geen relatieve druksensoren als wordt voorzien dat de druk aan de intrede
tijdens de werking onder de atmosferische druk daalt.
4.3.1 Aansluiting van de sensoren
MIDA kan worden aangesloten op lineaire druksensoren met een uitgang van 4 – 20 mA. De voedingsspanning moet een
dergelijk bereik hebben dat de voedingsspanning van 15 V dc waarmee MIDA de analoge uitgangen voedt wordt geleverd.
Als een drukverschilsensor wordt gebruikt moet de sensor aangesloten worden op de analoge ingang 1, d.w.z.:
DRUKVERSCHILSENSOR
Als twee druksensoren gebruik worden, moet de druksensor op de uittrede worden aangesloten op de analoge ingang 1,
terwijl de druksensor op de intrede moet worden aangesloten op de analoge ingang 2, d.w.z.:
SENSOR 1 (uittrede)
SENSOR 2 (intrede)
In het menu geavanceerde parameters moet de werkingslogica van AN1 en AN2 worden ingesteld als "verschil".
4.3.2 Parametrisatie
In circulatie-installaties wordt het starten en stoppen van de pomp doorgaans aangestuurd door een extern contact dat op
de digitale ingang 1 (IN1, 0V) kan zijn aangesloten en in het menu parameters installateur op passende wijze geconfigureerd
kan zijn als N.O. Of N.C. Het wordt geadviseerd om de volgende parameters in te stellen:
Parameter
Minimumfrequentie
regeling
Delta regeling
Delta start
Vertraging stop
Functie AN1, AN2
Constant drukverschil
De "set waarde" komt overeen met de waarde van het drukverschil dat constant moet blijven.
In dit geval moet "set waarde" zo ingesteld worden dat deze gelijk is aan het drukverschil dat gemeten wordt tussen de in-en
uittrede van de pomp bij maximale belasting (alle gebruikspunten geopend) en bij maximumfrequentie (50 Hz).
Proportioneel drukverschil
Als een regeling op basis van proportioneel drukverschil moet worden toegepast voor een grotere energiebesparing, moet
"set waarde" zo ingesteld worden dat deze waarde gelijk is aan het drukverschil tussen de in- en uittrede van de pomp bij
minimumfrequentie (20 Hz) en de "compensatie" die nodig is om de maximale set waarde bij maximumfrequentie (50 Hz) en
maximale belasting (alle gebruikspunten geopend) te bereiken.
8
.
Aanbevolen waarde
Gelijk aan de minimumfrequentie van
de motor
0 bar
0 bar
99 sec
Verschil 1-2
AN1: signaal 4-20 mA (-)
+15V: voeding 15 Vdc (+)
AN1: signaal 4-20 mA (-)
+15V: voeding 15 Vdc (+)
AN2: signaal 4-20 mA (-)
+15V: voeding 15 Vdc (+)