Parameter
Delta start
p = XXX.X [bar]
Delta stop
p = XX.X [bar]
Ki
XXX
Kp
XXX
Combo
ON/OFF
Adres
XX
Afwisseling
ON/OFF
Periode afwis.
XX [h]
Synchrone COMBO
ON/OFF
Vertr. start AUX
t = XX [s]
PI regelaar
Direct/omgekeerd
20
Omschrijving
Deze parameter geeft aan hoeveel de druk
moet afnemen ten opzichte van de ingestelde
0.5
druk opdat de eerder stilgelegde motor
opnieuw gestart kan worden.
Dit is de toename van de gemeten waarde
t.o.v. de set-waarde die overschreden moet
0.5
worden opdat de pomp volgens de afname
stop geforceerd gestopt kan worden.
Met de parameters Ki en Kp kan de dynamiek
van de regeling door MIDA ingesteld worden.
Doorgaans is het voldoende dat de standaard
ingestelde waarden (Ki = 50 en Kp = 005)
behouden blijven. Als MIDA echter met
schommelende frequentie reageert, kan dit
gedrag verholpen worden door de waarden
van deze parameters te wijzigen.
Inschakeling van de functie ON voor de
gecombineerde parallelle werking van diverse
pompen (maximaal 8). (raadpleeg het
OFF
specifieke hoofdstuk)
Adres van het apparaat in COMBO-wijze:
00: master
00
01 tot 07: slave
Activering van de afwisseling tussen de
apparaten in COMBO-wijze.
De prioriteit tijdens de werking varieert naar
OFF
aanleiding van de vorige start van elke pomp,
zodat de pompen min of meer in dezelfde
mate verslijten.
Maximumverschil in uren tussen diverse
MIDA's in de groep.
0
0 staat voor 5 minuten.
Met deze parameter is het mogelijk om de
synchrone werking (zelfde snelheid) van de
OFF
pompen in COMBO te activeren.
Het is echter noodzakelijk om de parameter "f
min. Regeling" naar behoren te verlagen.
Dit is de vertraging waarmee de pompen in
de groep starten nadat de pomp met variabel
snelheid de maximumfrequentie van de
00
motor heeft bereikt en de gemeten waarde is
afgenomen tot onder de set-waarde – delta
regeling.
Direct: de gemeten waarde neemt toe als de
snelheid van de pomp toeneemt.
Omgekeerd: de gemeten waarde neemt af als
de snelheid van de pomp toeneemt.