Bij het verticaal of horizontaal plaatsen van papier
ABC
Com-10, DL, C5
Memo
● Wanneer u enveloppen plaatst in de universele cassette,
plaatst u ze met de afdrukzijde omhoog in de hieronder
aangegeven richting.
- Com-10-, DL- en C5-enveloppen plaatst u met de
gesloten flap naar boven, gezien vanaf de invoerrichting.
- C4-enveloppen plaatst u met de gesloten flap naar
links, gezien vanaf de invoerrichting.
Opmerking
● Het papier kan gekreukeld of gekruld zijn na het afdrukken.
● Gebruik papier dat is bewaard bij de juiste temperatuur
en vochtigheidsgraad. Gebruik geen papier dat gekruld of
gegolfd is door vochtigheid.
● Druk niet af op de achterzijde van papier waarop een
andere printer heeft afgedrukt.
● Er kan een inktabsorptieprobleem optreden met een
briefkaart of envelop die gekruld is. Gebruik papier dat
niet gekruld is. Corrigeer papierkrulling binnen 2 mm.
● Als u een envelop met een niet-vlakliggende zelfklevende
flap afdrukt, kan het inktabsorptieprobleem optreden.
C4
- 57 -
Afdrukken vanuit de universele cassette
7
Sluit de papiergeleidingsklep (5).
5
Als u altijd op hetzelfde papierformaat of dezelfde
papiersoort afdrukt vanuit de universele cassette,
registreert u het papier op het bedieningspaneel.
Als u één keer afdrukt vanuit deze cassette, gaat
u verder met stap 18.
Opmerking
● Wanneer de printer in de energiespaarstand staat, drukt
u op de knop <POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)>
om de printer uit deze stand te halen.
● Controleer of het bericht "Klaar voor afdruk" wordt
weergegeven op het bedieningspaneel. Als het bericht
niet wordt weergegeven, drukt u op de knop <ON LINE
(ONLINE)>.
8
Druk op de toets <Fn>.
9
Voer
90
met het numeriek toetsenblok en
"
"
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
2