Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

AUTODOME IP 4000i│AUTODOME IP
5000i│AUTODOME IP 5000i IR
Gevoeligheid
De basisgevoeligheid van de sabotagedetectie kan worden aangepast aan de omgevingseisen
van de camera. Het algoritme reageert op de verschillen tussen het referentiebeeld en het
huidige videobeeld. Hoe donkerder het observatiegebied is, hoe hoger de geselecteerde
waarde moet zijn.
Triggervertraging [s]
Stel vertraagde alarmactivering hier in. Het alarm wordt alleen geactiveerd na het verstrijken
van een ingesteld tijdsinterval in seconden en dan alleen als de activeringstoestand nog
bestaat. Als de oorspronkelijke toestand is hersteld voordat het tijdsinterval is verstreken,
wordt het alarm niet geactiveerd. Dit voorkomt dat ongewenste alarmen worden geactiveerd
door kortstondige wijzigingen, bijvoorbeeld schoonmaakactiviteiten in het directe gezichtsveld
van de camera.
Verdwijnende randen
Het in het referentiebeeld geselecteerde gebied moet een belangrijke structuur bevatten. Als
deze structuur is verborgen of verplaatst, activeert de referentiecontrole een alarm. Als het
geselecteerde gebied te homogeen is, zodat de verborgen of verplaatste structuur geen alarm
activeert, wordt er onmiddellijk een alarm geactiveerd om aan te geven dat het referentiebeeld
niet klopt.
Verschijnende randen
Selecteer deze optie als het geselecteerde gedeelte van het referentiebeeld een grotendeels
homogeen oppervlak bevat. Als in dit gebied structuren verschijnen, wordt een alarm
geactiveerd.
Totale verandering
Activeer deze functie als de totale verandering, die is ingesteld met de schuifregelaar Totale
verandering, een alarm moet activeren.
Totale verandering (schuifregelaar)
Stel in hoe groot de totale verandering in het videobeeld moet zijn om een alarm te activeren.
Deze instelling is onafhankelijk van de sensorvelden die zijn geselecteerd onder Masker.... Stel
een hoge waarde in als minder sensorvelden hoeven te wijzigen om een alarm te activeren. Bij
een lage waarde moeten gelijktijdig in een groot aantal sensorvelden wijzigingen optreden om
een alarm te activeren. Met deze optie kunt u, onafhankelijk van bewegingsmeldingen,
manipulatie van de stand of locatie van een camera, bijvoorbeeld door het verdraaien van de
cameramontagebeugel, detecteren.
Scène te helder
Schakel deze functie in als sabotage door blootstelling aan fel licht (bijvoorbeeld met een
zaklantaarn direct op het objectief schijnen) een alarm moet activeren.
Gebruik de schuifregelaar om de drempelwaarde van de alarm-trigger in te stellen.
Scène te donker
Schakel deze functie in als sabotage door afdekking van het objectief (bijvoorbeeld door er
verf op te spuiten) een alarm moet activeren.
Gebruik de schuifregelaar om de drempelwaarde van de alarm-trigger in te stellen.
8.3

Audio-alarm

De camera kan alarmen creëren op basis van audiosignalen. U kunt signaalsterktes en
frequentiebereiken zo configureren dat ongewenste alarmen (bijv. door machine- of
achtergrondlawaai) worden voorkomen.
Bosch Security Systems
Bedieningshandleiding
Alarm | nl
53
2018.05 | 1.1 |

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave