34
nl | Camera
Coderingsinterval
De schuifregelaar Coderingsinterval bepaalt het interval waarmee beelden worden gecodeerd
en verzonden. Dit kan met name handig zijn voor lage bandbreedten. De beeldrate wordt
naast de schuifregelaar weergegeven.
Videoresolutie
Selecteer de gewenste resolutie van de videobeelden.
Opmerking: Met de waarde in dit veld past u alleen de resolutie voor SD-streams aan.
Expert-instellingen
Gebruik indien nodig de Expert-instellingen om de kwaliteit van de I-frames en de P-frames zo
aan te passen aan specifieke eisen. De instelling is gebaseerd op de H.264-
kwantificeringsparameter (QP).
GOP-structuur
Selecteer de structuur die u nodig hebt voor de Group of pictures, afhankelijk van waar u de
voorkeur aan geeft: zo min mogelijk vertraging (alleen IP-frames) of gebruik van zo min
mogelijk bandbreedte.
Opties zijn IP, IBP en IBBP.
I-frame-afstand
Met deze parameter kunt u de intervallen instellen waarin de I-frames zullen worden
gecodeerd. Auto betekent "automatische modus", waarbij de videoserver waar nodig I-frames
invoegt. De waarden variëren van 3 t/m 60. De waarde 3 geeft aan dat I-frames continu
worden gegenereerd. De waarde 4 geeft aan dat slechts elke vierde afbeelding een I-frame is
etc. De frames ertussen worden als P-frames gecodeerd.
Houd er rekening mee dat de ondersteunde waarden worden bepaald door de instelling van
de GOP-structuur. Met IBP worden bijvoorbeeld alleen even waarden ondersteund; als u IBBP
hebt geselecteerd, wordt alleen 3 of veelvouden van 3 ondersteund.
Min. P-frame QP
Met deze parameter kunt u de beeldkwaliteit van de P-frame aanpassen en de onderste
grenswaarde voor de kwantificering van de P-frame bepalen, en daarmee de maximaal
haalbare kwaliteit van de P-frames. De Quantization Parameter (QP) geeft in het H.264-
protocol de mate van compressie aan, dat wil zeggen de beeldkwaliteit van elk frame. Hoe
lager de kwantificering van de P-frame (QP-waarde), des te hoger de coderingskwaliteit (en
dus de beste beeldkwaliteit) en des te lager de beeldvernieuwingsfactor die afhankelijk is van
de instellingen voor de maximale gegevenssnelheid in de netwerkinstellingen. Een hogere
kwantificeringswaarde resulteert in lage beeldkwaliteit en lagere netwerkbelasting. Doorgaans
liggen QP-waarden tussen 18 en 30.
Bij de basisinstelling Auto wordt de kwaliteit automatisch aangepast aan de instellingen voor
de beeldkwaliteit voor de P-frames.
I/P-frame delta QP
Deze parameter stelt de verhouding van de kwantificering (QP) voor het I-frame tot de
kwantificering (QP) voor het P-frame in. U kunt bijvoorbeeld een lagere waarde instellen voor
I-frames door de schuifregelaar naar een negatieve waarde te verplaatsen. Hierdoor wordt de
kwaliteit van de I-frames ten opzichte van de P-frames verbeterd. De totale gegevensbelasting
neemt toe, maar alleen met de grootte van de I-frames. De basisinstelling Auto stelt
automatisch de optimale combinatie van beweging en beelddefinitie (focus) in.
Om de hoogste kwaliteit bij de laagste bandbreedte te behalen, zelfs bij meer beweging in het
beeld, configureert u de kwaliteitsinstellingen als volgt:
1.
2018.05 | 1.1 |
Houd rekening met de gebiedsdekking gedurende normale beweging in de voorbeeld-
beelden.
Bedieningshandleiding
AUTODOME IP 4000i│AUTODOME IP
5000i│AUTODOME IP 5000i IR
Bosch Security Systems