Afbeelding 1: Installatie in de Kast.
2. Veiligheidsaanwijzingen
Lees de veiligheidsinformatie voordat u de apparatuur installeert.
Belangrijk: Deze apparatuur mag uitsluitend door een vakbekwaam persoon worden geïnstalleerd.
Een vakbekwaam persoon is een installateur met de juiste technische training. De installateur moet
op de hoogte zijn van mogelijke gevaren tijdens de installatie en de beschikbare maatregelen om risi-
co's voor de installateur en andere mensen tot een minimum te beperken.
• Voordat u deze apparatuur installeert, koppelt u alle stroombronnen (bijvoorbeeld netspanning,
batterij en telefoonlijn) los die op het alarmpaneel zijn aangesloten.
• Installeer de apparatuur binnenshuis in een niet-gevaarlijke omgeving waar aan de volgende voor-
waarden wordt voldaan:
- Vervuilingsgraad- ten hoogste 2
- Overspanning - categorie II
• Interne bedrading moet zodanig worden geleid dat spanning op draad- en terminalverbindingen,
losse terminalverbindingen en schade aan de isolatie van de geleider worden voorkomen.
• Instrueer de gebruiker dat deze apparatuur geen door de gebruiker re repareren onderdelen
bevat. Alle apparatuur moet worden onderhouden door een vakbekwaam persoon.
3. Installatie
3.1 HSM2955(R) installatie
De HSM2955(R) module mag alleen door onderhoudspersoneel worden geïnstalleerd. De module
moet in een goed geaarde metalen kast worden geïnstalleerd. Het is de verantwoordelijkheid van
de installateur om een bepaalde mate van bescherming van de apparatuur te garanderen, zodat de
eindgebruiker geen toegang heeft tot het circuit voor de Telecommunicatienetwerkspanning (TNV).
De metalen kast moet voor het inbedrijfstellen aan de structuur van het gebouw worden bevestigd.
Er moet voor de metalen kast in een goede aardaansluiting worden voorzien. Interne bekabeling
moet zodanig worden aangelegd dat het volgende wordt voorkomen:
WAARSCHUWING: HOOGSPANNING!
koppel de AC- stroom en telefoonlijnen voor-
afgaand aan onderhoud.
VOORZICHTIG! Leid bedrading niet via de
HSM2955(R) module. Houd een afstand van ten-
minste 25,4 mm (1 inch) aan. Er moet op alle punten
een minimale afstand van 6,4 mm (1/4 inch) tussen
vermogensbegrensde en niet vermogensbegrensde
bedrading worden aangehouden. Alle circuits zijn
voor UL- installaties
mogensbeperkt/klasse
behalve
de
batterijkabels,
mogensbeperkt zijn. Leg geen bekabeling aan over
de printplaat.
- 4 -
geclassificeerd
als
II
vermogensbeperkt,
die
niet
Ont-
ver-
ver-