•
Sluit de vulpomp aan, met de perszijde op de vulkraan (nr. 1) van de
pompset.
•
Sluit de 2e slang (retour) aan, op de vulkraan aangegeven met "vullen
uit" (nr. 3).
•
Open de kranen.
•
Start de vulpomp en wacht tot er vloeistof terugspoelt in het vat van
de vulpomp. Laat de vulpomp 10 minuten draaien
•
Sluit rustig de kraan "vullen uit (retour)" en laat de druk oplopen tot
ca. 4,5 bar.
•
Sluit nu ook "vullen in".
•
Schakel de vulpomp uit! (dit is ter controle voor de dichtheid van het
systeem, op de manometer moet de druk nu stabiel blijven, anders is
er mogelijk ergens lekkage!).
•
Open de kraan "vullen uit" en laat het systeem geheel van druk lopen.
•
Herhaal deze bovenstaande handelingen minimaal 3x.
•
Hiermee wordt het expansievat en het leidingwerk ernaartoe
automatisch ontlucht.
•
Laat de vulpomp minimaal 5 minuten draaien.
•
Sluit de beide kranen "vullen uit" en de kraan "perszijde pomp" en stop
de vulpomp, breng het systeem op 2,3 bar druk door kraan "vullen uit/
(retour)" rustig te openen tot manometer 2,5 aangeeft.
20.1 Vullen en ontluchten tapwaterzijdig
Gebruik uitsluitend sanitairwater van het waterleidingsbedrijf voor het vullen.
Het vullen en ontluchten gaat als volgt:
1. Open in de installatie een warmwaterkraan.
2. Open de hoofdtoevoer van het koudwater.
3. Open de stopkraan in de inlaatcombinatie.
4. Vul het voorraadvat totdat er water uit de geopende warmwaterkraan komt.
Controleer alle aansluitingen, het voorraadvat en de dompelbuis (indien aanwezig) op
lekdichtheid.
Laat het water nog enkele minuten stromen om ervoor te zorgen dat het voorraadvat
en leidingen volledig gespoeld en ontlucht zijn. Sluit dan de warmwaterkraan.
20. Vullen en ontluchten
Vul de onderdelen van de installatie in de volgorde:
1. Tapwaterzijdig (voorraadvat)
2. Collectorcircuit
20.2 Vullen en spoelen collectorzijdig
1
2
4
3
V6.0
71