Air-to-water Heat Pump
Circulerend water inlaat/afloop van waterreservoir
Koelwater inlaat van waterreservoir
Circulerend water inlaat/afloop van waterreservoir
Warm water afvoer van waterreservoir
Noot:
① Afstand tussen de binnenunit en het waterreservoir mag horizontaal niet meer dan 5 m zijn, en
verticaal niet meer dan 3 m. Contacteer ons indien dit meer is. Een plaatsing lager dan het
waterreservoir en hoger dan de hoofdunit wordt aangeraden.
② Bereid het materiaal voor aan de hand van de bovenstaande afmetingen van de
verbindingsstukken . Als afsluitklep buiten kamer is geïnstalleerd, dan is PPR buis aangewezen om
vriesschade te voorkomen.
③ Waterleiding kan niet worden geïnstalleerd tot de waterverwarmingsunit is bevestigd. Laat geen stof of
andere objecten in het buizensysteem komen gedurende de installatie van de verbindingsbuizen.
④ Voer na verbinding van alle waterleidingen de test op lekkages uit. Ga daarna over tot de
thermische isolatie van het buizensyteem; let ondertussen vooral op kleppen en verbindingen van de
buizen. Gebruik voldoende dik isolatiekatoen. Installeer indien nodig verwarmingstoestel voor de pijplijn
om te voorkomen dat de pijplijn bevriest.
⑤ Warm water dat komt van het geïsoleerde waterreservoir hangt af van de druk op de waterkraan. Er
moet dus een toevoer van kraantjeswater zijn.
⑥ Tijdens het gebruik moet de afsluitklep van inlaat koelwater van waterreservoir normaal gezien aan
staan.
18.4 Elektrische bedrading
18.4.1 Bedradingsprincipe
Algemene principes
◆
Kabels, uitrusting en verbindingsstukken geleverd voor gebruik op de werf moeten voldoen
aan de voorschriften en bouwkundige vereisten.
Enkel gekwalificeerde elektriciens mogen de werf bekabelen.
◆
◆
Voor het begin van de verbindingswerken, moet de elektriciteit afgesloten zijn.
◆
De installateur zal verantwoordelijk zijn voor alle schade door foute verbinding van het externe
circuit van de unit.
◆
Opgelet --- u MOET koperen draden gebruiken.
Verbinding van elektriciteitsleiding met de elektriciteitskast van de unit
◆
Elektriciteitskabels moeten worden gelegd in leidingbuis, isolatiebuis of kabelgoot.
Elektriciteitskabels die met de elektriciteitskast worden verbonden, moeten worden beschermd
◆
met rubber of plastic om krassen door metalen stukken te voorkomen.
Elektriciteitskabels dichtbij de elektriciteitskast van de unit moeten betrouwbaar worden bevestigd
◆
zodat het klemmenblok in de kast vrij is van extern vermogen.
◆
Elektriciteitskabels moet betrouwbaar geaard worden.
Beschrijving
1"Uitwendige BSP
27
Pijpschroefdraad
1/2"Inwendige BSP
3/4"Inwendige BSP
1/2"Inwendige BSP