Materiaal koelmiddelleidingen
▪ Materiaal leidingen: K65 koper-ijzerlegering (CuFe2P), maximum
bedrijfsdruk:= 120 bar
▪ Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter
Hardingsgraad
(Ø)
9,5 mm (3/8")
R420
(getrokken)
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale
bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de
unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
7.1.2
De koelleidingen isoleren
▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
▪ met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en
0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
▪ bestand tegen minstens 120°C
▪ Isolatiedikte
Buitendiameter
Binnendiameter
leiding (Ø
)
isolatie (Ø
p
9,5 mm (3/8")
10~14 mm
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer
dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik
zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te
voorkomen.
7.2
De koelmiddelleiding aansluiten
7.2.1
Over het aansluiten van de
koelmiddelleidingen
Alvorens de koelmiddelleidingen aan te sluiten
Controleer of de buitenunit en binnenunit gemonteerd zijn.
Typische werkstroom
De koelmiddelleiding aansluiten betekent:
▪ De koelmiddelleiding op de binnenunit aansluiten
▪ De koelmiddelleiding op de buitenunit aansluiten
▪ De koelmiddelleiding isoleren
▪ Houd rekening met de richtlijnen voor:
▪ Buigen van leidingen
▪ Solderen
▪ Gebruik van de afsluiters
7.2.2
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten
van koelmiddelleidingen
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
veiligheidsmaatregelen" [ 4 2]
▪
"2 Algemene
▪
"7.1 De koelmiddelleidingen
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
BEV2N-A
CO₂ Conveni-Pack: BEV2-unit
4P677928-1A – 2022.01
(a)
Dikte (t)
Ø
≥0,65 mm
t
Isolatiedikte (t)
)
i
≥10 mm
voorbereiden" [ 4 10]
Installatie van de leidingen
VOORZICHTIG
Buig NOOIT hogedrukleidingen! Door leidingen te buigen
kunnen ze minder dik en dus minder sterk worden. Gebruik
ALTIJD K65-fittingen.
OPMERKING
Houd
rekening
met
betrekking tot de koelmiddelleiding:
▪ Zorg ervoor dat nooit ander koelmiddel dan het
aangewezen
koelmiddel
vermengd wordt (bijv. lucht).
▪ Vul uitsluitend bij met R744 (CO₂).
▪ Gebruik
uitsluitend
manometerverdeelstuk) dat enkel en alleen wordt
gebruikt voor installaties met R744 (CO₂) zodat het de
druk kan weerstaan en er geen vreemde stoffen (zoals
minerale oliën en vocht) in het systeem kunnen
terechtkomen.
▪ Laat de leidingen NIET onbewaakt achter op de site.
Als de werkzaamheden in minder dan 1 maand zullen
worden
voltooid,
leidinguiteinden of knijpt u de leidingen dicht (zie
onderstaande afbeelding). Leidingen die buiten zijn
geïnstalleerd moeten worden dichtgeknepen, ongeacht
de duur van de werkzaamheden.
▪ Wees voorzichtig wanneer u koperbuizen doorheen
muren schuift (zie afbeelding hieronder).
7.2.3
Richtlijnen bij het aansluiten van
koelmiddelleidingen
▪ Doorblazen met stikstof bij het braseren voorkomt belangrijke
afzettingen van een geoxideerde filmlaag op de binnenkant van
de leiding. Deze filmlaag heeft een nadelige invloed op de
kleppen en compressoren in het koelsysteem en voorkomt een
goede werking.
▪ Stel de stikstofdruk met een drukreduceerklep in op 20 kPa
(0,2 bar) (d.w.z. net genoeg om te voelen op de huid).
a
b
f
a
Koelmiddelleiding
b
Te hardsolderen deel
c
Tape
d
Handbediende klep
e
Reduceerklep
f
Stikstof
Uitgebreide handleiding voor de installateur
de
volgende
voorzorgen
met
in
de
koelmiddelcyclus
installatiegereedschap
(bijv.
brengt
u
tape
aan
op
c
d
e
f
de
11