16
7.3 Elke dag
Controleer of de deur wordt vergrendeld tijdens een programma. Controleer of de deur pas na afloop van het pro-
gramma kan worden geopend.
Als de deur kan worden geopend voordat het programma is beëindigd, moet de machine buiten gebruik worden ge-
steld totdat reparaties zijn uitgevoerd.
Controleer of de deur niet lekt.
Reinig de deur, deurglas en deurafdichting.
Reinig de buitenkant.
7.4 Wasmiddelreservoir
Reinig het wasmiddelreservoir regelmatig om te voorkomen dat het verstopt raakt met wasmiddelresten.
Verwijder het wasmiddelreservoir uit de machine. Verwijder de sifons (A) en reinig het wasmiddelreservoir en de si-
fons met heet water en bijvoorbeeld een kleine borstel. Reinig ook de kleine kunststofonderdelen op de plek waar
het wasmiddelreservoir inde machine wordt geplaatst.
Gebruikshandleiding
A
fig.6993A
fig.7212A