5.1 De unit monteren
Nadat u een geschikte plaats hebt gekozen
installeert u de unit als volgt:
Zorg ervoor dat de voeding is uitgeschakeld en dat
de benodigde kabels zijn aangelegd naar de plaats
van de montage.
1. Controleer de gekozen plaats voor de unit. De
ruimte moet vrij en vlak zijn en het moet veilig
zijn er schroeven in te draaien.
2. Gebruik de meegeleverde montagemal om de
plaats van de montagegaten en wanneer nodig
het kabeldoorvoergat te markeren.
3. Boor de montagegaten en wanneer nodig het
kabeldoorvoergat op de gemarkeerde plaatsen.
4. Voer de camerakabels door het gat in de voet
van de camera.
5. Plaats de voet zo dat de gaten in één lijn liggen
met de geboorde gaten in het montageoppervlak.
6. Zet de voet op zijn plek vast met behulp van de
meegeleverde schroeven en de nylon ringen,
zorg er daarbij voor dat de kabels van de camera
in het kabelkanaal van de voet vallen en door de
opening in het montageoppervlak passen.
7. Bevestig de camera op de voet en zet hem vast
met behulp van de borgmoer.
8. Sluit de kabels van de camera aan op de
betreffende kabelingangen.
9. Zet het systeem aan en controleer het signaal
van de camera op uw display.
10. Pas de draai- en kantelhoek van de camera aan
voor het best mogelijke beeld.
11. Zet de camera vast door de stelschroeven in de
voet van de camera vast te draaien met behulp
van de meegeleverde inbussleutel.
12. Klik de zonnekap op de camera.
28
D13096-1
D13097-1
CAM200IP