A
Het buffergeheugen
De camera is voorzien van een buffergeheugen voor tijdelijke opslag, zodat u kunt blijven
fotograferen terwijl de foto's op de geheugenkaart worden opgeslagen. U kunt maximaal
100 foto's achter elkaar maken. De beeldsnelheid zal echter afnemen wanneer de buffer vol is.
Het toegangslampje naast de kaartsleuf brandt wanneer foto's op de geheugenkaart
worden opgeslagen. Afhankelijk van het aantal beelden in de buffer kan het enkele
seconden tot enkele minuten duren om een beeld op te slaan. U mag de geheugenkaart niet
verwijderen en de voedingsbron niet verwijderen of loskoppelen voordat het toegangslampje uit
is. Als u de camera uitzet terwijl de buffer nog gegevens bevat, wordt de camera pas
uitgeschakeld nadat alle beelden in de buffer zijn opgeslagen. Als de batterij leeg raakt
terwijl de buffer nog beelden bevat, wordt de ontspanknop geblokkeerd en worden de
beelden overgebracht naar de geheugenkaart.
A
Continue ontspanstand
De continue ontspanstand (I) kan niet worden gebruikt in combinatie met de ingebouwde
flitser. Draai de keuzeknop naar j (0 19) of zet de flitser uit (0 42–44).
A
Buffergrootte
Terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, geeft de opnameteller in
de zoeker het geschatte aantal beelden aan dat bij de huidige
instellingen kan worden opgeslagen in het buffergeheugen. In de illustratie ziet u de
weergave wanneer de buffer nog voldoende ruimte heeft voor circa 21 foto's.
Zelfontspannerstand en stand
afstandsbediening
De zelfontspanner en optionele ML-L3 draadloze afstandsbediening kunnen worden
gebruikt om cameratrilling te verminderen of om zelfportretten te maken.
1
Bevestig de camera op een statief.
Bevestig de camera op een statief of plaats hem op een stabiele, vlakke
ondergrond.
2
Selecteer een ontspanstand
(0 38).
Selecteer de zelfontspannerstand (E),
de stand vertraagd op afstand (") of
de stand direct ontspannen op
afstand (#).
z
39