Zoekerbeeld aanpassen
De camera is uitgerust met een dioptrie-instelling, waarmee de camera aan het
gezichtsvermogen van de gebruiker kan worden aangepast. Voordat u foto's in de
zoeker gaat kadreren, controleert u of de weergave van het zoekerbeeld scherp is.
1
X
Verwijder de objectiefdop en zet de
camera aan.
2
Stel het zoekerbeeld scherp.
Schuif de dioptrie-instelling omhoog en omlaag
tot het zoekerbeeld en het scherpstelpunt zijn
scherpgesteld. Wanneer u de dioptrie-instelling
gebruikt met het oog tegen de zoeker, dient u
op te passen dat u niet per ongeluk uw vingers of
uw vingernagels in uw oog steekt.
A
Zoekerbeeld aanpassen
Als u de zoeker niet kunt scherpstellen met de bovenstaande methode, selecteer dan
enkelvoudige autofocus (AF-S; 0 34), enkelpunt AF (c; 0 35) en het middelste
scherpstelpunt. Kadreer vervolgens een contrastrijk onderwerp in het middelste
scherpstelpunt en druk de ontspanknop half in om de camera scherp te stellen. Terwijl de
camera is scherpgesteld, gebruikt u de dioptrie-instelling om het onderwerp duidelijk
scherp te stellen in de zoeker. Wanneer nodig, kan het zoekerbeeld met gebruik van
optionele correctie-objectieven verder worden aangepast.
16
Hoofdschakelaar
Scherpstelpunt