11 Buiten bedrijf stellen
In sommige situaties kan het voorkomen dat het gehele
toestel buiten bedrijf moet worden gesteld. Door de drie
programmatoetsen met de lampjes (
te zetten, wordt het toestel buiten bedrijf gesteld. ATAG
adviseert om de stekker in de wandcontactdoos te laten
zitten, waardoor automatisch één keer in de 24 uur de
circulatiepomp en de driewegklep worden geactiveerd
om vastzitten te voorkomen.
Als er sprake is van vorstgevaar is het raad-
zaam het toestel en/of de installatie af te tappen.
12 Onderhoud
De mantel is achter het deurtje aan de voorzijde met
een schroef vergrendeld. Verwijder deze schroef om de
mantel te kunnen verwijderen.
Neem de afdekkap voor de koppelingen weg en til de
bovenste mantel aan de onderzijde op en neem deze
naar voren weg.
Instellingen zoals branderdruk en afstelling van de
luchthoeveelheid zijn met de ATAG ZonneGasCombi
overbodig, omdat het toestel werkt met een zoge-
naamde nuldrukregeling. Hierdoor wordt door de zui-
gende werking van de ventilator de juiste gas-
hoeveelheid geregeld. De fijnafstelling die fabrieks-
matig wordt gedaan is éénmalig, zodat het afstellen van
deze waarden niet meer nodig is.
Installatievoorschrift HR ZonneGasCombi
12.1 Controle op vervuiling
,
en
) uit
Om deze waarde te kunnen meten dienen de volgende
handelingen te worden verricht:
-
geef, om toegang tot het service hoofdstuk te krijgen,
de toegangscode in zoals omschreven is op pagina
24;
-
kies door middel van de Step-toets de handmatige
ventilator instelling zonder branderactie Step
die zal aangeven dat de ventilator uit is
-
sluit de slang van de digitale drukmeter aan op de
bovenste meetnippel van het gasblok volgens figuur
20 (draai deze eerst open alvorens de slang wordt
gemonteerd);
meetpunt luchtdrukverschil
-
breng de ventilator door middel van de + toets op het
maximale toerental;
-
meet de het drukverschil en noteer deze waarde.
-
bij de volgende controlebeurt van het toestel mag de
waarde van het luchtdrukverschil maximaal 20%
gedaald zijn ten opzichte van de waarde tijdens de
in bedrijfname. Indien deze waarde kleiner is dan
20% behoeft het toestel geen onderhoud.
pagina 26
II
Om het toestel gedurende bedrijfsjaren te
kunnen controleren op vervuiling is het
raadzaam om tijdens het in bedrijf nemen
van het toestel de maximale luchtverplaat-
sing over het toestel te meten. Deze waarde
kan per type toestel verschillend zijn.
,
;
figuur 20