8.1 Verklaring van de functietoetsen
Toetsfuncties vanuit de
lezing zijn:
-
(CV) programmatoets.
(de-)activeren van het verwarmingsprogramma;
-
(WW) programmatoets.
(de-)activeren van het warmwaterprogramma;
-
(PC) programmatoets.
stelt de pomp op continu watercirculatie over de CV-
installatie, of volgens de nadraaitijden op de betref-
fende programma's;
-
Mode-toets.
Na het kort indrukken kan een selectie van de
gegevenshoofdstukken worden opgevraagd. Na 5
seconden indrukken is het mogelijk om de code in te
geven zoals omschreven is in paragraaf 10.4;
-
Step-toets.
Na het kort indrukken kan het opvragen van de
waterdruk en het opvragen van bladzijdes per
hoofdstuk worden gedaan. Na 5 seconden indruk-
ken wordt omgeschakeld van de
naar de technische indicatie en omgekeerd;
-
Reset-toets.
Na het kort indrukken wordt:
- een storing ontgrendeld;
- een ingegeven toegangscode beëindigd;
- het beëindigen van het automatisch ontluchtings-
programma kan alleen nadat de toegangscode is
ingegeven, waarna deze na kort indrukken van de
Reset-toets wordt gestopt.
- Na 5 seconden indrukken wordt een bedrijfsstop
gemaakt voor bijvoorbeeld het activeren van het
automatisch ontluchtingsprogramma.
Andere toetsfuncties vanuit de overige indicaties
zijn:
-
CV toets heeft dan de + functie;
-
WW toets heeft dan de - functie;
-
PC toets heeft dan de store-functie,
door middel van deze toets wordt een gewijzigde
instelling bevestigd;
-
Step-toets voor het bladeren in een gegevens-
hoofdstuk.
Installatievoorschrift HR ZonneGasCombi
en uitgebreide uit-
indicatie
pagina 20
II
8.2 Zonmodule
In de Control Tower bevindt zich naast de MCBA voor
de toestelregeling ook de Zonmodule voor de regeling
van het collectorcircuit (Delta-T regeling). Deze rege-
ling werkt volledig onafhankelijk van de toestelregeling
en is met de schakelaar op de Control Tower uit te
schakelen.
Zonmodule HR ZonneGasCombi
8.3 Werking van de Zonmodule
Bij de regeling horen twee temperatuursensoren van
het type PT100, waarvan er één in de collector gemon-
teerd moet worden. De tweede is in de boiler gemon-
teerd.
De ingangen voor de sensoren hebben een tempera-
tuurbereik van -40°C tot +175°C. De regeling (Delta-T)
werkt op basis van het gemeten temperatuurverschil
tussen de sensoren van de boiler en de collector. Indien
de temperatuur van de collector ca. 10°C hoger is dan
de temperatuur van de boiler schakelt de collectorpomp
in. Zodra dit temperatuurverschil ca. 2°C is schakelt de
collectorpomp uit.
De pomp schakelt ook uit indien de boiler een tempera-
tuur van 80°C heeft bereikt. De regeling laat de pomp
weer starten indien de temperatuur van de boiler ge-
daald is naar 75°C.
Indien er warmtevraag voor CV is en de boiler heeft
voldoende zon(licht)opbrengst zal de modulerende
driewegklep het CV-circuit via de Zonwisselaar van de
boiler laten lopen. De CV-Zonsensor T8 zal samen met
de CV-Zonretoursensor T9 het temperatuurverschil
meten en aan de hand met de standaard gegevens uit
de Control Tower bepalen of er meer of minder warmte
uit de boiler voor CV onttrokken mag worden. Indien er
onvoldoende capaciteit voor CV in de boiler aanwezig
is, zal de modulerende driewegklep de CV-wisselaar
afsluiten en zal de brander van de externe warmte-
wisselaar ontsteken en het CV-water verwarmen.
Warmwatervraag heeft onder alle omstandigheden
voorrang en daarbij zal ook, indien de boilertemperatuur
te laag is door onvoldoende zon(licht)opbrengst, de
brander van de externe warmtewisselaar inschakelen.
figuur 18
II