6. Druk op
om de spraakopdracht op te slaan als
Ja
de opname goed klinkt. Als dat niet zo is, drukt
u op
en herhaalt u stap 4.
Nee
7. Herhaal stap 4 en 5 voor elke benodigde
spraakopdracht.
U moet ook spraakopdrachten opnemen voor
elk contactpersoon, bijvoorbeeld 'Jan'.
Een spraakopdracht opnemen voor de naam
van een contactpersoon
1. Ga naar Instellingen, Spraakbesturing, Kiezen met
stem, Namen bewerken, Nieuw spraaklabel.
2. Selecteer een contact.
3. Volg de aanwijzingen op de display.
Naast een contactnaam met een spraakopdracht
wordt een pictogram weergegeven.
De naam van de beller
U kunt aangeven of u de opgenomen contactnaam
wilt horen wanneer u een inkomend gesprek van die
persoon ontvangt.
• Ga naar Instellingen, Spraakbesturing, Naam beller
als u de naam van de beller Aan of Uit wilt zetten.
36
Bellen
This is the Internet version of the user's guide. © Print only for private use.
Kiezen met stem (voicedialling)
Bellen met voicedialling
1. Druk vanuit stand-by gedurende één seconde
op een volumeknop.
2. Breng de hoorn naar uw oor, wacht op de toon en
zeg een naam, bijvoorbeeld 'John'. De naam wordt
afgespeeld.
3. Als u een aantal nummers voor het contact hebt
opgenomen, zegt u na de tweede toon het soort
nummer, bijvoorbeeld 'thuis'.
Het nummersoort wordt afgespeeld en er wordt
verbinding gemaakt.
U kunt op de volgende wijze vanuit stand-by ook het
kiezen met uw stem, spraakprofielen en
spraakbesturing van geluidsopnames activeren:
• Een volumeknop ingedrukt houden.
• Op de handsfreeknop drukken en deze ingedrukt
houden (bij gebruik van een portable handsfree
of een Bluetooth headset).
• Het toverwoord zeggen. Zie 'Het toverwoord'
op pagina 38.