Gebruikershandleiding
❏ Apparaatnaam
U kunt de volgende tekens gebruiken.
❏ Tekenlimiet: 2 t/m 15 (u moet minstens 2 tekens invoeren)
❏ Toegestane tekens: A t/m Z, a t/m z, 0 t/m 9, -.
❏ Tekens die u niet bovenaan kunt gebruiken: 0 t/m 9.
❏ Tekens die u niet onderaan kunt gebruiken: -
❏ TCP/IP
❏ Auto
Selecteer deze optie wanneer u thuis een toegangspunt gebruikt of wanneer u het IP-adres automatisch laat
toewijzen via DHCP.
❏ Handmatig
Selecteer deze optie wanneer u niet wilt dat het IP-adres van de printer wordt gewijzigd. Voer de adressen in
voor IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway, en configureer de instellingen voor de DNS-server,
afhankelijk van uw netwerkomgeving.
❏ Proxy-server
❏ Niet gebr.
Selecteer deze optie wanneer u de printer gebruikt in een thuisnetwerk.
❏ Gebr.
Selecteer deze optie wanneer u in uw netwerkomgeving een proxyserver gebruikt en u dit wilt instellen in de
printer. Voer het adres en poortnummer van de proxyserver in.
❏ E-mailserver
❏ Serverinstellingen
U kunt de server selecteren via Uit, POP voor SMTP of SMTP-AUTH.
❏ Verbinding controleren
U kunt de verbinding voor de e-mailserver controleren. Zie de Beheerdershandleiding als een fout optreedt
tijdens het uitvoeren van de Verbinding controleren.
❏ IPv6-adres
❏ Inschakelen
Selecteer deze optie wanneer u een IPv6-adres gebruikt.
❏ Uitschakelen
Selecteer deze optie wanneer u een IPv4-adres gebruikt.
❏ MS netwerk delen
❏ Inschakelen
Gebruik MS Network-service.
❏ Uitschakelen
Hiermee schakelt u de MS Network-service uit.
❏ Bestanden deln
Hiermee schakelt u de functie voor bestandsdeling in of uit.
Netwerkinstellingen
118