OPMERKING:
Als u de gegevensverbinding niet meer wilt delen, schakelt u
Draagbare Wi-Fi-hotspot uit.
Uw Wi-Fi-hotspot instellen
U kunt de naam van het Wi-Fi-netwerk (SSID) van uw telefoon
wijzigen, uw draagbare Wi-Fi-hotspot beveiligen en andere
opties instellen.
1. Raak de toets Home >
Tethering en draagbare hotspot aan.
2. Raak Wi-Fi-hotspot instellen aan en stel als volgt de naam
en beveiligingsopties in.
Netwerknaam: voer een netwerk-SSID in of bewerk
een netwerk-SSID. Dit is de naam die andere apparaten
te zien krijgen wanneer er naar Wi-Fi-netwerken wordt
gezocht.
Beveiliging: kies een beveiligingsoptie: Open (niet
aanbevolen) of WPA2 PSK (andere gebruikers hebben
alleen toegang tot uw Wi-Fi-hotspot nadat zij het juiste
wachtwoord hebben ingevoerd). Wanneer u WPA2 PSK
selecteert, raakt u het veld Wachtwoord aan om het
beveiligingswachtwoord te bewerken.
3. Raak OPSLAAN aan om uw instellingen op te slaan.
Verbinding maken met VPN-netwerken
Via VPN-netwerken kunt u verbinding maken met bronnen die
zich binnen een beveiligd lokaal netwerk bevinden. VPN's
worden meestal gebruikt door bedrijven, scholen en andere
instellingen om mensen toegang te geven tot lokale
netwerkbronnen wanneer zij niet aanwezig zijn, of wanneer zij
zijn aangesloten op een draadloos netwerk.
Afhankelijk van het type VPN dat u gebruikt, kunt u worden
gevraagd uw aanmeldingsgegevens in te voeren of om
beveiligingscertificaten te installeren voordat u verbinding kunt
maken met het VPN. Uw netwerkbeheerder kan u van deze
informatie voorzien.
> Instellingen > Meer >
56