Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedieningselementen En Aansluitingen; De Monokanalen - Behringer EURORACK PRO RX1202FX Korte Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

2. BEDIENINGSELEMENTEN EN
AANSLUITINGEN
In dit hoofstuk worden de verschillende bedieningselementen
van uw mengpaneel beschreven. Alle regelaars, schakelaars
en aansluitingen komen uitgebreid aan bod.

2.1 De monokanalen

Afb. 2.1: De aansluitingen en regelaars van de monokanalen
MIC
Elk mono-ingangskanaal biedt een symmetrische microfoon-
ingang via de XLR-bus, waaraan met een druk op de knop ook
een fantoomvoeding (+48 Volt) voor het gebruik van
condensatormicrofoons geactiveerd kan worden.
Zet het weergavesysteem stil, voordat u de
fantoomvoeding activeert. Anders wordt er een
inschakelgeluid
via
weergegeven. Zie verder de aanwijzingen in
paragraaf 2.4 "De Main-sectie".
LINE IN
Elke mono-ingang beschikt ook over een symmetrische Line-
ingang, die als 6,3-mm klinkerbus is uitgevoerd. Op deze ingangen
kunnen ook asymmetrisch geschakelde stekkers (monoplug)
worden aangesloten.
Denkt u er alstublieft aan, dat u altijd of de microfoon-
of de line-ingang van een kanaal mag gebruiken,
maar nooit beiden tegelijk!
INSERT
De INSERT-bus is tegelijkertijd in- en uitgang. Hier kunt u externe
signaalprocessoren (compressor, gate, etc.) in het kanaal
invoeren. De signaalopvang vindt plaats achter de TRIM en is
praktisch een signaalomleiding. Het ingangssignaal wordt naar
de aangesloten signaalprocessor omgeleid, verwerkt en weer
naar het kanaal voor verdere bewerking teruggeleid.
TRIM
Met de TRIM-potmeter stelt u de ingangsversterking in. Altijd
wanneer u een signaalbron aan een van de ingangen aansluit of
ervan af haalt, dient deze regelaar helemaal naar links te zijn gedraaid.
de
meeluiserluidspreker

2. BEDIENINGSELEMENTEN EN AANSLUITINGEN

EURORACK PRO RX1202FX
De schaal geeft 2 verschillende waardebereiken aan: Het eerste
waardebereik +10 tot +60 dB heeft betrekking op de MIC-ingang en
geeft de versterking van het daarop aangesloten signaal aan.
Het tweede waardebereik +10 tot -40 dBu heeft betrekking op
de Line-ingang en geeft de gevoeligheid van de ingang aan.
Voor apparaten met het gebruikelijke Line-uitgangsniveau (-10
dBV of +4 dBu) ziet de instelling er als volgt uit: Sluit het apparaat
met dicht gedraaide TRIM-regelaar aan en stel dan het door de
fabrikant van het desbetreffende apparaat aangegeven
uitgangsniveau in. Als het externe apparaat over uitgangsniveau-
weergave beschikt, dient deze bij signaalpieken 0 dB aan te geven.
Voor +4 dBu draait u de regelaar een beetje open en voor -10 dBV
nog iets verder open. De fijninstelling gebeurt, wanneer u een
muzieksignaal invoert, met behulp van de CLIP-LED.
HIGH/LOW
Alle mono-ingangskanalen beschikken over een 2-bands
toonregeling. De banden kunnen elk maximaal met 15 dB worden
verhoogd of verlaagd, in de middelste stand is de equalizer neutraal.
De bovenste (HIGH) en onderste band (LOW) zijn shelving-
filters, die alle frequenties boven resp. onder hun grens-
frequenties verhogen of verlagen. De grensfrequenties van de
boven- en onderband liggen op 12 kHz en 80 Hz.
MON/FX
FX zendwegen (of AUX zendwegen) bieden u de mogelijkheid
van een of meerdere kanalen signalen te ontkoppelen en op een
geleider (bus) te verzamelen. Op een zendbus kunt u het signaal
opvangen en bijv. een extern effectapparaat toespelen. Als
terugspeelweg dient de AUX return-ingang. De zendwegen zijn
bij de RX1202FX als monowegen uitgevoerd.
De FX-weg van de EURORACK mengpanelen is – zoals al uit
de naam blijkt – in zijn schakelingen bedoeld voor de aansluiting
van effectapparaten en postfaders. D.w.z. dat de effectgeluids-
sterkte in een kanaal bepaald wordt door de stand van de
kanaalfader. Was dat niet het geval, dan bleef het effectsignaal
van het kanaal ook dan hoorbaar, wanneer de fader volledig
"dichtgetrokken" wordt.
Bij de RX1202FX is de FX-Send eveneens de directe weg naar
de ingebouwde effectprocessor. Om de effectprocessor een
ingangssignaal te laten ontvangen, mag de regelaar dus niet volledig
tot aan de linkse aanslag (-oo) gedraaid zijn.
De MON-weg is - de naam impliceert het al- voor gebruik als
monitorweg bedoeld. Voor dit gebruik is het belangrijk, dat de
regelaar pre-fader dus onafhankelijk van de fader-positie werkt.
Vandaar is deze AUX zendweg niet geschikt voor de aansluiting
van effectapparaten. U kunt met behulp van de MON-regelaar in
ieder kanaal een monomixing van de signalen apart
bewerkstelligen en deze over de MON-bus op de achterzijde
toewijzen aan een koptelefoonversterker (bijv. MINIAMP AMP800)
of een eindtrap voor het geluid van de monitor.
PAN
Met de PAN-regelaar wordt de positie van het kanaalsignaal
binnen het stereoveld vastgelegd. Dit onderdeel biedt een constant-
power-karakteristiek, d.w.z. het signaal heeft onafhankelijk van
de stand in het stereopanorama altijd een gelijk volume.
CLIP
De CLIP-LED's van de monokanalen lichten op, wanneer het
ingangssignaal te hoog is uitgestuurd. Zet u in dit geval de
voorversterking met de TRIM-regelaar lager, tot de LED uitgaat.
Kanaal-fader
De kanaal-fader bepaalt het niveau van het kanaalsignaal in de
Main Mix.
Let
op:
Aangezien
effectprocessor post-fader geschakeld is, dient
de kanaal-fader omhooggetrokken te zijn, opdat de
effectprocessor een signaal van dit kanaal krijgt!
de
FX-weg
voor
de
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave