4. INSTALLATIE
4.1 Netaansluiting
AC POWER IN
De stroomverzorging vindt plaats via de aansluiting op de
achterkant. De verbinding met het stroomnet voldoet aan de
vereiste veiligheidsbepalingen.
Sluit nooit het EURORACK aan de stroomdraad aan,
terwijl die al onder stroom staat! Verbind liever
eerst het paneel met de stroomdraad en sluit die
dan pas aan de stroom aan.
Let erop, dat het mengpaneel wanneer het in
werking is erg warm wordt. Dit is heel normaal.
4.2 Audioverbindingen
Voor de verschillende toepassingen heeft u vele verschillende
kabels nodig. De volgende afbeeldingen laten u zien, hoe deze
kabels eruit dienen te zien. Denk eraan, altijd hoogwaardige kabels
te gebruiken.
Voor het gebruik van de CD/Tape-in- en uitgangen, neemt u
alstublieft de in de handel gebruikelijke cinch-kabels.
Natuurlijk kunnen er ook asymmetrisch geschakelde apparaten
aan de symmetrische in-/uitgangen worden aangesloten. Gebruik
hetzij monoklinkers of verbindt u de ring van de stereoklinkers
met de schacht (oftewel Pin 1 met Pin 3 bij XLR-stekkers).
Let op! Gebruik in geen geval asymmetrisch
geschakelde XLR-verbindingen (PIN 1 en 3 ver-
bonden) op de MIC-ingangsbussen, wanneer u de
fantoomvoeding in bedrijf wilt nemen.
Afb. 4.1: XLR-verbindingen
Afb. 4.2: 6,3-mm-monoklinkerstekker
EURORACK PRO RX1202FX
Afb. 4.3: 6,3-mm-stereoklinkerstekker
Afb. 4.4: Koptelefoon-stereoklinkerstekker
4. INSTALLATIE
11