6 Inregelen van de ventilator
Om overbelasting van de elektromotor te voorkomen, is de ventilator in de fabriek op het juiste
toerental ingesteld die hoort bij de te leveren statische druk. Deze beschikbare druk is vermeld
op het typeplaatje.
Een eigenschap van deze ventilatoren is dat meer luchttransport ook meer stroom vraagt.
Is nu in de praktijk de luchtweerstand in het systeem kleiner dan de gekozen statische druk van
de luchtverwarmer, dan zal de luchtverplaatsing van de ventilator toenemen. Dit kan leiden tot
overbelasting van de ventilatormotor en daardoor het uitvallen van het toestel. Controleer de
stroomsterkte van de ventilatormotor, deze dient lager te zijn als de max. stroomsterkte vermeld
op het typeplaatje van de elektromotor en/of de Technische Gegevens. (Niet van toepassing op
TR A toestellen)
Controleer bij 3-fase motoren ook altijd de draairichting!
6.1 Te hoge stroomsterkte, te veel luchttransport
Bij te hoge stroomsterkte dient de ventilatorsnelheid te worden verminderd of de statische druk
te worden vergroot.
Bij de 3 fase draaistroom motoren is het toerental niet
instelbaar. Dan dient de weerstand in het kanalensysteem
worden vergroot door middel van een smoorklep, hierdoor
wordt er minder lucht getransporteerd en neemt ook de
stroomsterkte af. Zie de technisch Gegevens tabel .
Als het toerental verminderd moet worden kan dit alleen
door de V-snaarschijven te verwisselen. Ook hier controleren met een ampèremeter en zo
mogelijk een luchtmeting. (Niet van toepassing op TR A toestellen)
Indien nauwere kanalen moeten worden toegepast dan de in de tabel aangegeven maten,
wordt de luchtsnelheid evenredig groter. De weerstand neemt dan kwadratisch toe.
Bijvoorbeeld:
snelheid 1,2 x groter
Weerstand 1,2 x 1,2 = 1,44 groter.
Belangrijk!
Indien een luchtverwarmer is bestemd voor aansluiting op een kanalensysteem met een hoge
statische druk mag deze in geen geval zonder meer vrij uitblazend worden toegepast. Dit zal
onherroepelijk tot uitvallen van de elektromotor leiden. (Niet van toepassing op TR A toestellen)
Zie de Technische gegevens voor het max. luchtdebiet, beschikbare statische druk, en max.
stroomsterkte van de ventilatormotor.
6.2 Te weinig Luchttransport
Indien de weerstand in het systeem te groot is, dan zal het toestel te weinig lucht transporteren.
Dit is voor de ventilator geen probleem, maar de warmtewisselaar in het toestel zal daardoor te
heet worden en het toestel zal door oververhitting op storing vallen. In dat geval moet of de
weerstand in het systeem verminderd worden of de ventilator moet op een hoger toerental
draaien. Dat laatste kan consequenties hebben voor de motorkeuze.
In het geval van een TR A toestel kan het zijn dat de filters in de ventilatoromkasting verstopt
zijn geraakt. Dit leid tot een hogere weerstand waardoor de systeemventilator niet voldoende
lucht kan transporteren. Neem in dit geval altijd contact op met uw leverancier.
Pagina 13/37
Bijlage bij Instructies TR Centrifugaal