Opstarten
582216110-Filter-NL-indA
Sluit de pomp aan op de aarde voordat u ze opstart.
Vervolgens:
Verbind de plaat (B) met het luchtdruknet (schone droge
lucht, maximale luchtdruk = 6 bar / 87 psi).
Sluit de materiaalslang en het spuitpistool aan.
Open de ontluchtingsklep van de filter en leid de
ontluchtingsslang in de bak waar de aanzuigstang zich
bevindt
Voorzie de pompmotor van lucht (P * 1 bar / 14,5 psi).
Schroef de luchtregelaar van de pomp (F) geleidelijk in
tot de pomp begint te slaan.
Wanneer er regelmatig materiaal uitstroomt, sluit u de
filterspoelklep. De pomp is ontlucht.
Richt het pistool (zonder spuitkop) in de container en druk
de trekker in.
Installeer een luchtkap op het spuitpistool indien er 2
regelaars met verneveling zijn.
Luchtdruk naar het spuitpistool (G) toevoeren.
Stel de luchtregelaar van de pomp af om de juiste
materiaaldruk en stroomsnelheid te verkrijgen.
Open geleidelijk de luchtregelaar (G) om de spuitlucht af
te stellen om het gewenste spuitpatroon te verkrijgen.
24