Veiligheidsvoorschriften
Slangen
Normale stillegging
582216110-Filter-NL-indA
Aanbevelingen voor slangen.
Houd de slangen uit de buurt van verkeerszones,
bewegende delen en hete plaatsen.
Stel slangen nooit bloot aan temperaturen boven 60 °C /
140 °F of onder 0 °C / 32 °F.
Gebruik geen slangen om aan apparatuur te trekken of
ze te verplaatsen.
Draai
verbindingsstukken aan voordat u de apparatuur in
gebruik neemt.
Controleer de slangen regelmatig en vervang ze indien
ze zijn beschadigd.
Overschrijd nooit de maximale werkdruk die op de slang
staat vermeld (MWP).
Voor de montage van de slangen en het pistool: het
dragen van PBM's is verplicht.
Vastdraaien tot aan de aanslag (slangen + pistool).
Om een normale stillegging uit te voeren:
Gebruik de luchtregelaar om de pomp geleidelijk te
decompresseren.
alle
aansluitingen
en
de
slangen
en
12