Gebruik een externe flitser (optioneel)
Na het bevestigen van de externe flits (DMW-FL220, DMW-FL360, DMW-FL500;
optioneel), zal het effectieve bereik vergroot worden wanneer deze vergeleken wordt met
de ingebouwde flits van het toestel.
Voorbereidingen:
•
Zet het toestel uit en sluit de ingebouwde flits.
•
Verwijder de bescherming van de flitsschoen die aan de camera bevestigd is.
∫ Met behulp van de gewijde flits (DMW-FL220; optioneel)
Plaats de speciale flitser op de hotshoe A en
zet daarna de camera en de speciale flitser aan.
•
Zet de voorbehouden flitslamp goed vast met de sluitring
Selecteer [FLITS] op het [OPNAME]-menu.
Druk op 3/4, selecteer de functie en druk
vervolgens op [MENU/SET].
•
Welk scherm er hier afgebeeld zal worden is afhankelijk van
de instelling van de flitsfunctie van de externe flitseenheid.
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
•
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
•
Terwijl de externe flits verbonden is, worden de volgende iconen afgebeeld.
/
: Externe flits actief
/
: Externe flits Gedwongen UIT
∫ Wanneer u commercieel verkrijgbare externe flitsen gebruikt zonder
communicatiefuncties met het toestel (DMC-LX5)
•
In dit geval moet u de belichting instellen op de externe flitslamp. Als u de flitslamp toch wilt
gebruiken in de automatische functie, moet u er een gebruiken waarvoor u het diafragma en de
ISO-gevoeligheid kunt instellen en kunt aanpassen aan die van de camera.
•
Stel de diafragmaprioriteit AE-functie of de handmatige-belichtingsfunctie op de camera in en
stel daarna dezelfde diafragmawaarde en ISO-gevoeligheid in op de externe flitser. (De
belichting kan niet voldoende worden gecompenseerd als de diafragmawaarde in de
sluitertijdprioriteit AE-functie wordt gewijzigd en de externe flitser kan het licht niet voldoende
corrigeren in de Programme AE-functie als de diafragmawaarde niet kan worden gefixeerd.)
Overige
(P28)
- 199 -
(P11)
.
B