Dank u voor uw keuze van een ARITECH beveiligingssysteem. Wanneer u dit systeem zorgvuldig onderhoudt,
dan zal het voor lange tijd betrouwbaar functioneren.
Deze handleiding is bedoeld voor de gebruikers van de ARITECH CD34 serie. De opzet van deze handleiding
is zodanig, dat de gebruikers alle gangbare handelingen kunnen terugvinden.
De CD34 is een inbraak signaleringssystemen die met behulp van aangesloten detectors, een inbraak(poging)
kan detecteren en als actie een alarm zal genereren.
Om een onderscheidt te maken tussen de verschillende mogelijkheden die een gebruiker kan bezitten, is er
gekozen voor de volgende definities:
Basisgebruiker
Standaard gebruikers
Extra gebruikers
Hoofdgebruikers
In de handleiding worden enkele symbolen gebruikt om een actie aan te geven. Deze symbolen hebben tot
doel u duidelijk aan te geven wat u dient te doen of wat u dient waar te nemen.
Voorbeelden van deze symbolen zijn:
1
2
3
Dit symbool betekent dat u op het bediendeel iets moet invoeren. Wat u in dient te voeren
4
5
7
staat rechts, dan wel onder het symbool.
7
8
9
kode + ! ! ! !
0
In dit voorbeeld dient u uw kode in te voeren en af te sluiten met de Ja-toets (!).
Met dit symbool wordt aangegeven dat de zoemer bij de sleutelschakelaar of het
bediendeel een lange pieptoon geeft. Er kunnen ook korte pieptoontjes worden gegeven,
Pieeeep
waardoor de tekst 'Piep piep' wordt.
Met dit symbool wordt bij gebruik van sleutelschakelaars aangegeven, dat een LED aan
dient te zijn. Bij de tekst 'OK' is dit de OK-led (meestal groen) die aangeeft dat het
systeem ingeschakeld kan worden. Bij de tekst 'Aan' is dit de AAN/UIT led (meestal rood)
OK
die aangeeft of een systeem in- of uitgeschakeld is.
Het symbool voor de sleutelschakelaar. De tekst 'Aan' betekent inschakelen en 'Uit'
betekent uitschakelen.
AAN
I
NLEIDING
Bezit de meest noodzakelijke mogelijkheden, te weten in- en uitschakelen.
De standaardgebruiker heeft naast de mogelijkheid om in- en uit te
schakelen, ook de mogelijkheid om zones te overbruggen.
Een extra gebruiker kan naast in- en uitschakelen en overbruggen, ook
andere mogelijkheden toepassen, zoals bijvoorbeeld gedeeltelijk
inschakelen.
De hoofdgebruiker bezit alle mogelijkheden die het systeem biedt. De
hoofdgebruiker is daarnaast ook verantwoordelijk voor de uitgifte en het
beheer van de gebruikerskodes.