Slangen en bedrading voor eenheid buiten
Bedradingsprocedure voor stroomkabel en aansluitkabel
Stap 1. : haal het zijpaneel uit de eenheid buiten door de schroeven los te maken.
Stap 2. : sluit stroomkabel aan op hoofdeindpunt voor stroom en de aansluitkabel aan het regeleindpunt, respec-
tievelijk. Zie onderstaande figuur voor gedetailleerde informatie. Bij het aansluiten van de aardekabel
dient de diameter van de kabel groter te zijn dan 1,6 mm2 om zeker van veiligheid te zijn. De aardeka-
bel wordt aangesloten op het eindpuntblok waar het aardesymbool
Stap 3. : gebruik kabelklemmen (of snoerklemmen) om te voorkomen dat de stroomkabel en aansluitkabel per
ongeluk verschuiven.
Stap 4. : zet het zijpaneel van het eenheid buiten weer vast door de schroeven vast te draaien.
Zijpaneel
Isolatiekussentje
LET OP
Na het controleren en bevestigen van de volgende condities begint u met het bedradingswerk.
1. Maak de speciale stroombron voor de lucht-naar-water hittepomp goed vast. Het bedradingsdiagram (bevestigd
binnen de regeldoos van de eenheid binnen) geeft verwante informatie weer.
2. Zorg voor een circuitbrekerschakelaar tussen de stroombron en de eenheid buiten.
3. Hoewel het een zeldzaam geval is, kunnen soms de schroeven gebruikt om interne draden vast te maken
losraken op grond van de trilling als product wordt getransporteerd. Controleer deze schroeven en zorg
ervoor dat ze alle goed vast zitten. Indien niet goed vast, kan de draad doorbranden.
4. Controleer de specificatie van de stroombron zoals fase, voltage, frequentie et cetera.
5. Bevestig dat de elektrische capaciteit voldoende is.
6. Zorg ervoor dat het startvoltage gehandhaafd blijft bij meer dan 90 product van het gemeten voltage dat op
de naamplaat staat.
7. Bevestig dat de dikte van de kabel is zoals gespecificeerd op de specificatie van de stroombron.
(Merk met name de relatie op tussen de lengte en de dikte van de kabel.)
8. Zorg voor een ELB (electric leakage breaker) wanneer de plek van installatie nat of vochtig is.
9. De volgende problemen worden veroorzaakt door de toevoer van een abnormaal voltage zoals bij een plot-
selinge verhoging of verlaging van het voltage.
• Trillen van een magnetische schakelaar (frequent aan en uit gaan)
• Fysieke schade van onderdelen als er contact gemaakt wordt met de magnetische schakelaar
• Zekering breekt
• Onderdelen voor bescherming tegen overbelasting of verwante regelalgorimtes werken niet goed.
• Compressor start niet goed op
10. Aardingsdraad naar externe aardingseenheid om elektrische schokken te voorkomen.
46 Hittepomp lucht naar water
Regeleindpunt
(eindpunt voor aansluitkabel)
Eindpunt hoofdstroom
(eindpunt voor stroomkabel)
Kabelklem
(of snoerklem)
Kabelklem
(of snoerklem)
Wanneer men de stroomkabel aansluit, moet men ervoor
zorgen dat de rubber borstels goed bevestigd zijn in
uitsnijdgaten nadat men het isolatiekussentje verwijderd heeft.
gemarkeerd is.
Water
Water
Inlet
Outlet