Controleer de DNS-IP op een andere computer in hetzelfde netwerk als het LaCie-product. Probeer vanaf deze
computer een ping-opdracht naar de DNS-server te verzenden.
6.
Dashboard: Domeinconfiguratie-instellingen:
1.
Voer de Volledig gekwalificeerde domeinnaam (FQDN) in. Bijvoorbeeld:
directoryvoorbeeld.domein.com (Active Directory-gebruikers en computerhulpprogramma bij primaire
domeincontroller)
2.
Gebruikersnaam beheerder: gebruik de gebruikersnaam van de Active Directory-beheerder.
3.
Wachtwoord beheerder: hoofdlettergevoelig.
7.
Optionele Geavanceerde criteria kunnen worden ingevoerd om het toevoegen te vereenvoudigen.
1.
Servernaam is de hostnaam van de domeincontroller
2.
Server-IP is de IP van de domeincontroller
d2, 2big, en 5big Network 2 gebruikershandleiding
133