Selecteren van de kleurenmodus
U kunt kiezen uit verschillende instellingen voor de kleurweergave aan de hand van de getoonde
beelden en de projectie-omstandigheden.
Belangrijk!
De kleurenmodus kan niet worden geselecteerd in de volgende gevallen.
Wanneer "Uit" is ingesteld voor de Eco modus (bladzijde 23).
Veranderen van de kleurenmodus
1.
Druk op de [COLOR MODE] toets.
Hiermee opent u het keuzevenster voor de kleurenmodus. De knop voor de huidige
kleurenmodus staat geselecteerd (ingevuld).
2.
Gebruik de [ ] en [ ] toetsen om de gewenste kleurenmodus te selecteren en
druk dan op [ENTER].
Hiermee selecteert u de knop naast de gemarkeerde kleurenmodus.
Zie voor details over wat elke kleurenmodus precies inhoudt "Kleurmodus" (bladzijde 34)
onder "Beeldinstelling 1 Hoofdmenu".
3.
Druk op [ESC] om het venster weer te sluiten.
Zoomen
1.
Druk op de [D-ZOOM +] toets.
Hierdoor wordt het midden van het geprojecteerde beeld één stap uitvergroot.
2.
Druk nog eens op [D-ZOOM +] om verder in te zoomen op het midden van het
geprojecteerde beeld. Druk op de [D-ZOOM –] toets om uit te zoomen.
Met elke druk op [D-ZOOM +] zoomt u in (wordt de vergrotingsfactor hoger), terwijl u met
[D-ZOOM –] uitzoomt. U kunt de vergrotingsfactoor doorlopend laten veranderen door elk van
deze toetsen ingedrukt te houden.
3.
Wanneer er is ingezoomd op een beeld, kunt u met de [ ], [ ], [ ] en [ ]
toetsen andere delen van het beeld laten uitvergroten (alsof u een vergrootglas
over het oorspronkelijke beeld beweegt).
4.
Druk op [ESC] om het zoomen af te sluiten.
16